PIV-Bulletin 2016-3 Indrukwekkend afscheid van mr. F. Theo Kremer

Samenvatting:

Op 24 mei 2016, de dag van zijn 65e verjaardag, werd op indrukwekkende wijze afscheid genomen van mr. F. Theo Kremer, directeur van de Stichting Personenschade Instituut van Verzekeraars (PIV). Ter gelegenheid daarvan was in de Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte in Den Haag een bijzonder miniseminar en aansluitend een feestelijke receptie georganiseerd. Een groot gezelschap familieleden, vrienden, collega’s en oud-collega’s, vertegenwoordigers van verzekeringsmaatschappijen, betrokkenen uit de letselschadebranche en overige belangstellenden gaven er acte de présence.

Het afscheidsseminar, onder leiding van radiopresentator Tom van ’t Hek, kende een programma van zes sprekers: namens de wetenschap, de advocatuur, de verzekeraars en het bestuur van het PIV, met een onaangekondigde spreker ertussendoor en een slotwoord van Kremer zelf.

Vierluik

De eerste spreker tijdens het afscheidsseminar was prof. mr. Siewert Lindenbergh – hoogleraar Privaatrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). Zijn bijdrage had de vorm van een vierluik, over Theo als wetenschapper, de wetenschap over Theo, de wetenschap zonder Theo en de mens Theo. Voor het eerste luik, Theo als wetenschapper, verwees Lindenbergh vanzelfsprekend naar Kremers promotie aan de EUR in 1987 op grond van zijn proefschrift over het indemniteitsprincipe. De wetenschap over Theo, het tweede luik, betrof het onderzoek ‘The Personal Injury Claims Process: Comparing Legal Cultures’, waarvoor Kremer was geïnterviewd. In dit onderzoek werden de systemen voor letselschadebehandeling in Nederland, Noorwegen en Engeland vergeleken, met als resultaat dat Nederland heel behoorlijk scoorde. “We hadden naar het Engelse model kunnen afglijden”, aldus Lindenbergh, “maar 1998, het jaar waarin het PIV werd opgericht, is in dat verband cruciaal gebleken!” Nu de wetenschap het zonder Theo moet stellen, het derde luik, zal hij worden gemist, aldus Lindenbergh, “als een binder, overal gerespecteerd, met oog voor ‘de markt’ en voor ieders belangen.” Het vierde luik, de mens Theo, vulde Lindenbergh in met de afbeeldingen die hij vond door te googelen op de combinaties van de naam Theo Kremer met ‘wetenschapper’, ‘vrienden’, ‘vriendinnen’, ‘voetbal’, ‘culinair’, ‘wijn’ en ‘vogels’. Hij sloot af met een citaat van Johan Cruijff dat over Theo zou kunnen gaan: “In zekere zin is hij waarschijnlijk onsterfelijk.”

Ridder

De tweede spreker in Sociëteit De Witte stond niet in het programma vermeld, omdat zijn komst en boodschap voor Theo zorgvuldig geheim moesten blijven. De burgemeester van Theo’s woonplaats Rijswijk, Michel Bezuijen, kwam immers melden dat het de koning had behaagd Theo Kremer te benoemen tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. In zijn toespraak refereerde Bezuijen aan tal van verdiensten van Theo, waaronder natuurlijk zijn werk voor het PIV, waarin hij zich in het bijzonder jarenlang heeft ingezet om een verbinding tot stand te brengen tussen de verzekeraars en de slachtoffers en hun belangenbehartigers. “Daarbij maakte hij zich vooral sterk voor de verbetering van de positie van letselschadeslachtoffers”, aldus Michel Bezuijen. Hij noemde onder meer de letselschadedatabank, de PIV-opleidingen, de PIV-audits, het PIV-Keurmerk, de onderzoeken naar varianten van vergoedingssystemen voor verkeersschaden en de onderzoeken naar procedurele normeringen, met de GBL en de GOMA als resultaten daarvan. Bezuijen refereerde verder aan de totstandkoming van het Wetsvoorstel Vergoeding Affectieschade, de totstandkoming van de Wmo-overeenkomst Regres tussen de VNG en het Verbond van Verzekeraars en Kremers werk als voorzitter van de Juridische Commissie Schade van het Verbond. “De heer Kremer wordt gezien als bruggenbouwer”, zei Michel Bezuijen, “als verbinder die onder moeilijke omstandigheden wederzijds respect weet te creëren tussen de verschillende partijen.” Maatschappelijk van belang zijn nog geweest, aldus Bezuijen, zijn inzet voor de Lionsclub Rijswijk, voor de Vereniging van Vrienden van het Residentie Orkest en voor het college van Beheer en het college van Kerkrentmeesters van de Gereformeerde Kerk. Vanzelfsprekend kreeg Theo Kremer gelegenheid op dit alles te reageren, waarbij hij natuurlijk zijn opvattingen over het koningshuis en zijn sympathie voor de republikeinse zaak liet blijken, “maar met deze onderscheiding ben ik wel heel blij!” zei hij. “Toch wil ik de eerste zijn om het deel dat voor mijn werk is bedoeld – en ik denk dat ik een flink deel van deze onderscheiding aan mijn professionele activiteiten bij het PIV heb te danken –op te dragen aan mijn staf, mijn bestuur, mijn raad van advies en iedereen in deze zaal die met mij heeft meegewerkt om het letselschaderegelingsniveau in Nederland te verhogen. Dank u wel daarvoor!”

Waarheidsvinding

Mr. Geertruid van Wassenaer – voorzitter van de Vereniging van Letselschadeadvocaten (LSA), vertegenwoordigde de advocatuur tijdens het miniseminar. Zij ging in op haar (jarenlange) dialoog met Theo in tal van overlegstructuren en op congressen en symposia. Zij karakteriseerde de inbreng van Theo daarin als ‘macro’, waarin vanuit verzekeraars bezien de grote lijnen werden aangeven, en haar eigen inbreng als ‘micro’, waarin het vooral om de details ging, vanuit slachtoffers bezien. Terugkerende twistpunten waren de buitengerechtelijke kosten, de deelgeschillen en de zorgschade. In het bijzonder ging Van Wassenaer in op het onderwerp waarheidsvinding en de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit die in dat kader aan persoonlijk onderzoek moeten worden gesteld. “Jij zegt daarvan”, zei Geertruid van Wassenaer tegen Kremer, “dat partijen pas op een goede en voortvarende wijze de schaderegeling ter hand kunnen nemen, wanneer allen over dezelfde feitelijke informatie beschikken. Een ‘fair trial’ vraagt om ‘equality of arms’, vind jij, dus alles moet maar gewoon op tafel komen, als het niet goedschiks is, dan maar kwaadschiks. Ik vind daarentegen dat het een medaille met twee kanten is, die van de verzekeraar en van het slachtoffer, van betalen en van ontvangen. Meer kanten heeft de medaille niet. Ik bedoel daarmee dat eigenlijk moet worden vermeden dat de derde invalshoek, die van dat persoonlijk onderzoek, wordt gekozen. Die invalshoek kan op niets anders dan antagonisme duiden en dat trekt een wissel op de schaderegeling.” Volgens Geertruid van Wassenaer moet het bevorderen en in stand houden van een vertrouwensband en van wederzijds respect bij de behandeling van letselschade voor alle partijen een speerpunt zijn. “Vanuit die situatie komt de waarheid het best tot zijn recht en daarmee zijn uiteindelijk alle partijen gediend. Dus mijn conclusie is: persoonlijk onderzoek is een gotspe!”

Voldemort

Mr. Henk den Hollander – manager schaderegeling bij REAAL Schadeverzekeringen, nam de aanwezigen in Sociëteit De Witte mee terug in de tijd, toen het PIV nog niet was opgericht. Hij schetste een ontluisterend beeld van de letselschadebehandeling bij sommige verzekeraars in die jaren. “Het was de tijd van de grote kantoortuinen”, vertelde Den Hollander, “vol rokende, slecht geklede mannen. De meesten kwamen van de afdeling ‘benzine’ of varia en waren met een mulo- en een zwemdiploma letselschadebehandelaar geworden. Schadebehandelaars waren schadecorrespondenten, want alles ging schriftelijk. Je stuurde mensen standaardformulieren en als ze daarop hadden ingevuld dat ze letsel hadden, stuurde je ze schriftelijk naar een controlearts. Was er daarna nog wat, dan ging je ook met elkaar schrijven. Ik weet nog dat ik veel citaten uit een citatenboek gebruikte en natuurlijk ook jurisprudentie. Wie de beste jurisprudentie kon verzamelen, won de strijd. Er was nog geen PIV-Kennisnet, we haalden de jurisprudentie uit het tijdschrift ANWB/Verkeersrecht, dat eigenlijk al verouderd was op het moment dat het verscheen. Er waren geen slachtoffers, maar tegenpartijen, of eigenlijk: tegenstanders. De belangenbehartigers waren in opkomst, gelijk op met whiplash, de Voldemort van de letselschade, want we mochten dat woord niet gebruiken. Wie zei of schreef dat iemand een whiplash had, erkende die diagnose en dat was verboden. Verder schreven we alles wat God verboden had. Voor de brieven die ik destijds verstuurde, zou ik mezelf nu ontslaan… De meeste dossiers, ook met medische informatie, lazen we zelf. We waren niet medisch geschoold, maar als we iets niet begrepen, vroegen we het aan een medisch adviseur en als we dachten het wel te begrijpen, speelden we zelf voor medisch adviseur. Je kunt je het nu niet meer voorstellen, maar destijds was het volstrekt normaal.”

Opvolger

Mr. Eric Schneijdenberg – voorzitter van het bestuur van de Stichting PIV, presenteerde een alternatief exitgesprek met Theo en deed verslag, onder meer aan de hand van enkele afleveringen van Fokke & Sukke, van de zoektocht naar zijn opvolger. “Het bestuur ziet ook in de toekomst een groot belang voor het PIV”, zei Schneijdenberg, “en vanuit dat perspectief zijn we druk op zoek naar een opvolger. Als je ziet wat jij voor het PIV en voor de maatschappij hebt betekend, legt dat natuurlijk wel een bepaalde druk op jouw opvolger. We hebben dat in het bestuur met elkaar besproken en we hebben ook een selectiecommissie gevormd. We hebben inmiddels een behoorlijk aantal kandidaten geïnterviewd over hun motivatie en over hun visie op de toekomstige bijdragen van het PIV aan de verzekeringsbranche en aan de positie van letselschadeslachtoffers. Van de kandidaten krijgen we ook vragen terug en wel drie in het bijzonder. De eerste is wat de directeur van het PIV nu eigenlijk verdient. Dat wisten we niet precies, dus dat zijn we gaan opzoeken, en ik kan zeggen dat het een leuke baan is. De tweede vraag is wat Theo de hele dag zoal doet. Meestal weet ik als werkgever wel wat mijn medewerkers doen, maar als voorzitter van het bestuur hebben we wat meer afstand tot elkaar. Toch hebben we daar een best goed verhaal over kunnen vertellen, zodat de mensen nog steeds enthousiast waren. Het derde punt is dat een aantal kandidaten zich zorgen maakte over hun gezondheid. Zij vroegen ons of het verplicht is om zo veel te gaan dineren. We hebben geantwoord dat het volgens ons wel iets minder kon, maar – en dat is serieus – we hebben ook het belang van netwerken aangegeven. Het gaat er immers om daadwerkelijk contacten in de branche te onderhouden. Er is een enorm verschil tussen de praktijk in het verleden en de huidige gang van zaken. Theo heeft als geen ander laten zien dat het met elkaar in gesprek blijven, ondanks de tegengestelde belangen, uitermate belangrijk is om met elkaar de positie van letselschadeslachtoffers te verbeteren. In de afgelopen jaren zijn daar enorme slagen in gemaakt en daar waar het nog beter kan, zullen we daar zeker aan moeten blijven werken!”

Tot slot van zijn presentatie overhandigde Eric Schneijdenberg aan Theo Kremer het eerste exemplaar van het zogenoemde Kremer-Bulletin: een speciale uitgave van het PIV Bulletin, met tientallen bijdragen van vertegenwoordigers uit de wetenschap, de advocatuur, de verzekeringsbranche, organisaties voor letselschadeslachtoffers et cetera.

Langs de zijlijn

Vanzelfsprekend kreeg Theo Kremer alle gelegenheid om op alle loftuitingen te reageren. “Als je, zoals ik, afscheid neemt van een heel mooie, interessante baan, dan zijn er altijd gemengde gevoelens”, zo zei hij. “Ik voel me wat dat betreft een beetje als Zerlina in de opera Don Giovanni die, wanneer zij door Don Giovanni wordt verleid, gaat zingen: vorrei e non vorrei, ofwel ik wil en ik wil niet. Ik heb de keuze gemaakt wel afscheid te willen nemen en als je dat op deze manier kunt doen, met de sprekers die mijn capaciteiten natuurlijk wel iets overdreven hebben, met mensen met wie ik in de loop der jaren een band heb opgebouwd en in deze mooie zaal waar ik toch ook een zekere binding mee heb, dan is dat een groot voorrecht. Met elkaar hebben we veel bereikt. Ik heb het altijd als een van mijn belangrijkste taken gezien om mensen met mijn ideeën in beweging te krijgen en als dat dan lukte, gaf mij dat veel voldoening. Ik ben jullie ontzettend dankbaar dat jullie hier naartoe zijn gekomen en voor alle samenwerking die er is geweest en wens jullie allemaal ontzettend veel succes in de toekomst. Ik realiseer me dat ik op een verkeerd moment vertrek. Er is ontzettend veel in beweging: er komen andere auto’s, we krijgen misschien een ander verzekeringsstelsel en een ander aansprakelijkheidsstelsel en we krijgen andere schadeposten. Dat moet ik allemaal missen, maar ik zal het met interesse blijven volgen. Straks sta ik niet meer op het speelveld, maar zal ik langs de zijlijn staan. Als er af en toe een balletje vanuit het veld mijn kant op rolt, zal ik de bal met veel plezier, nadat ik hem even onder de voet heb gerold, terug het veld in schieten. Daarom dames en heren: geen vaarwel, maar tot ziens!”

Voorrecht

Het laatste woord was aan de voorzitter van het seminar, radiopresentator Tom van ’t Hek, die al gedurende een reeks van jaren als dagvoorzitter tijdens de PIV Jaarconferenties optreedt. “Een aantal maanden geleden werd mij gevraagd of ik deze middag spreekstalmeester wilde zijn”, vertelde hij. “In feite kreeg ik twee vragen: of ik dan zou kunnen, wat een logische vraag is, en of ik het ook zou willen. Deze tweede vraag vond ik eigenlijk een belediging, want natuurlijk wil ik dat. Theo, ik ken je eigenlijk alleen van die jaarlijkse ontmoetingen, maar vond het toch volstrekt vanzelfsprekend hier vanmiddag te zijn en vond het een groot voorrecht dit te mogen doen. Het ga je ongelofelijk goed!”

 Jaren geleden kreeg Kremer het lumineuze idee een band te vormen uit ‘tegenpartijen’: muzikale medewerkers van zowel verzekeraars als belangenbehartigers. Zo ontstond de PIV Blues Band, die inmiddels is uitgegroeid tot een achtkoppige groep, bestaande uit Jeroen Quakkelaar[1], Freek Schultz[2], Hans van Waardenburg[3], Erik Reinders[4], Annet Schotburgh[5], Edward Blom[6], Henk van Katwijk[7] en Marc Punt[8]

Tijdens de feestelijke en drukbezochte borrel kon deze band natuurlijk niet ontbreken. Het hoogtepunt bleek een flitsende versie van Mustang Sally van Wilson Pickett, waar Henk van Katwijk een couplet had toegevoegd over de verdiensten van Theo. Het (voor)grondkoor werd daarbij gevormd door de PIV-staf en Rachel, Jenny en Monique zwaaiden Theo met het refrein “Dag Theo, dag!” vrolijk uit!

[1] Andriessen Expertise, voorheen werkzaam bij Beer advocaten en To The Point Expertise.

[2] Punt Letselschade Advocaten.

[3] EMN Mens, voorheen werkzaam bij de Pals Groep.

[4] Allianz Global Assistance.

[5] EMN Mens.

[6] Ard Korevaar Personenschade

[7] Assuraad Advocaten.

[8] To The Point Expertise.

  • Vaknieuws

  • P. van Steensel
  • Bron: PIV-bulletin
  • folder PIV-bulletin

Heeft u een account? Vergeet dan niet om in te loggen Inloggen

Website by Webroots

Website by Webroots

hey