Rb: fraude, opzettelijk misleiden van verzekeraar impliceert rechtmatige opname in de IVR en EVR registers
In deze procedure gaat het om de vraag of de registraties die de verzekeraar in het IVR en EVR heeft laten opnemen rechtmatig zijn. De rechtbank oordeelt dat het opzettelijk misleiden van de verzekeraar meebrengt dat de persoonsgegevens mogen worden opgenomen in het EVR. Proportionaliteitsbeginsel is niet geschonden. Registratie in het IVR is in overeenstemming met het gerechtvaardigde doel waarvoor dit register is ingesteld namelijk, de veiligheid en integriteit van de financiële sector. Verzoeker was betrokken bij een aanrijding met een verzekerde van (verzekeraar) die van de rechter naar de linkerbaan wisselde. Verzoeker claimde ook schade aan de andere zijde. Tevens zou hij letsel hebben opgelopen, bestaande uit nek- rugklachten en psychische schade. Tussen partijen ontstond discussie over de toedracht en of alle geclaimde schade wel of niet ongeval gerelateerd is. Volgens de ongevallen analyse kan een deel van de schade niet door het ongeval zijn ontstaan. In het deelgeschil werd het verzoek de materiële schade te vergoeden niet ontvankelijk verklaard. De immateriële schade werd afgewezen omdat verzoeker onvoldoende heeft onderbouwd dat hij letsel heeft opgelopen. De rechtbank oordeelde dat de verzekeraar terecht vraagtekens heeft geplaatst bij de toedracht van het ongeval. Uit de rapporten volgt dat verzoeker ook oude schade heeft opgevoerd. Speciale zaken concludeert dat verzoeker de verzekeraar opzettelijk dan wel bewust heeft misleid met het kennelijke doel de verzekeraar te bewegen tot het doen van een onterechte (hogere) schadeuitkering. De verzekeraar heeft de gegevens van verzoeker opgenomen in haar interne verwijzingsregister (IVR) en in de databank van de stichting Centraal Informatie systeem (CIS).
Rechtbank Noord-Nederland 20 april 2022, C 17 182010 HA RK 21 94