Rb: Omstandigheid dat fax bij ontvanger in het ongerede is geraakt komt voor risico ontvanger
Eiser heeft aanmaningsbrief per fax gestuurd naar het faxnummer van gedaagde in Thailand. Eiser heeft van het faxverzending een ‘tx rapport’ in het geding gebracht waarin als resultaat van de verzending naar het door gedaagde opgegeven faxnummer is vermeld ‘ok’. Op grond hiervan moet worden aangenomen dat de verzending van de brief scuccesvol heeft plaatsgevonden en dat het faxbericht binnen het bereik van gedaagde is gebracht. Gedaagde stelt dat de fax mogelijk bij hem door omstandigheden in het ongerede is geraakt. Dat komt echter voor zijn rekening en risico.
LJN: BX0021 /
|
|
RECHTBANK ‘s-HERTOGENBOSCH 812027 in de zaak van: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Arenda I B.V., t e g e n : [gedaagde], 1. De procedure Eiseres heeft bij dagvaarding gesteld en gevorderd als na te melden. Gedaagde is in rechte verschenen en heeft een conclusie van antwoord en een ‘nadere gronden conclusie van antwoord’ genomen. Vervolgens is een comparitie na antwoord gelast die is gehouden op 29 mei 2012. Eiseres heeft bij gelegenheid van de comparitie een akte overlegging aanvullende producties genomen. Tenslotte is vonnis bepaald. Onder de genoemde processtukken bevinden zich tevens de in die stukken nader aangeduide producties. Partijen zullen verder worden aangeduid als ‘Arenda’ en ‘[gedaagde]’. 2. Het geschil 2.1. Arenda vordert betaling van € 4.101,65, te vermeerderen met rente en kosten als vermeld in de dagvaarding. Arenda legt daaraan het volgende ten grondslag. Arenda en [gedaagde] hebben op 12 juli 2001 een overeenkomst gesloten waarbij Arenda aan [gedaagde] een doorlopend krediet tot een maximum van fl. 15.000,- heeft verstrekt. [gedaagde] was tenminste twee maanden achterstallig in de betaling van een vervallen termijnbedrag en bleef ook na in gebreke te zijn gesteld nalatig in de volledige nakoming van zijn verplichtingen. Ingevolge de bepalingen van de kredietakte en de daarop van toepassing zijnde algemene voorwaarden is het saldo van het krediet in zijn geheel opeisbaar geworden. Het saldo bedraagt per 27 juli 2008 € 2.842,58. Arenda heeft [gedaagde] tevergeefs tot betaling aangemaand en werd genoodzaakt haar vordering in de maand juli 2008 ter incasso aan een gerechtsdeurwaarder uit handen te geven. [gedaagde] is rente van 1,167% per maand verschuldigd, en deze bedraagt vanaf 28 juli 2008 tot aan de dag der dagvaarding € 1.409,07. 2.2. [gedaagde] heeft, kort weergegeven, het volgende verweer gevoerd. De vordering van Arenda is verjaard op grond van het bepaalde in artikel 3:307 BW. De verjaring is door Arenda niet gestuit. [gedaagde] heeft geen brieven of fax met een tot stuiting strekkende mededeling van Arenda ontvangen. [gedaagde] heeft pas op 13 mei 2011 van de incassogemachtigde van Arenda een brief ontvangen betreffende een restvordering uit de verstrekte kredietovereenkomst. In de periode van vijf jaar daaraan voorafgaand is de verjaring nimmer rechtmatig gestuit. 3. De beoordeling 3.1. Tegenover het beroep van [gedaagde] op verjaring heeft Arenda zich er op beroepen dat die verjaring is gestuit. In dat verband heeft Arenda gewezen op brieven en op een fax van 30 mei 2006 die zij heeft verzonden naar het adres respectievelijk het faxnummer van [gedaagde] in Thailand zoals dat door [gedaagde] aan haar was opgegeven. [gedaagde] heeft de ontvangst van die brieven en die fax betwist, stellende dat hij pas voor het eerst bij brief van 13 mei 2011 op betaling is aangesproken. 3.2. De brief van 19 mei 2006 die op 30 mei 2006 aan [gedaagde] is gefaxt houdt een aanmaning in de zin van artikel 3:317 BW in en heeft daarmee stuitende werking. Gelet op het voorgaande moet door de verzending van deze brief de verjaring van de vordering worden geacht te zijn gestuit. Het beroep op verjaring van de vordering slaagt daarom niet. Nu [gedaagde] voor het overige geen verweer heeft gevoerd tegen de gevorderde hoofdsom en de daarover gevorderde rente zullen de hoofdsom en rente worden toegewezen. 3.3. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De meegevorderde btw over het uittreksel GBA zal niet worden toegewezen nu Arenda die btw niet verschuldigd is geworden. 4. De beslissing De kantonrechter: veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Arenda te betalen de som van € 4.101,65, te vermeerderen met de overeengekomen rente hierover van 1,167% per maand, met als maximum de ten hoogste toegelaten kredietvergoeding krachtens artikel 35 Wet op het consumentenkrediet, vanaf 16 februari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening; veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure aan de zijde van Arenda gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op in totaal € 934,64, waarvan € 97,64 explootkosten, € 437,- griffierecht en € 400,- salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover indien niet binnen 14 dagen na de betekening van dit vonnis tot betaling is overgegaan; verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd. Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.C. Adang, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 juni 2012, in tegenwoordigheid van de griffier. |