Rechtbank: Onvoldoende belang bij voorlopig getuigenverhoor

Samenvatting:

In deze procedure verzoekt een verzekeraar de rechtbank om een voorlopig getuigenverhoor te bevelen. De verzekeraar wil aanvullende verklaringen verkrijgen over de feiten en omstandigheden van de aanrijding, om daarmee duidelijkheid te krijgen over de vraag of er aanleiding bestaat om terug te komen op de erkende aansprakelijkheid. De rechtbank wijst het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor af op grond van onvoldoende belang. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeraar onvoldoende onderbouwd welke feiten en omstandigheden zij met het door haar verzochte voorlopig getuigenverhoor wil bewijzen ten behoeve van welke vordering.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht

Zittingsplaats Almelo

Zaaknummer / rekestnummer: C/08/301997 / HA RK 23-98

Beschikking van 31 oktober 2023

in de zaak van

ALLIANZ BENELUX N.V.,

gevestigd te Rotterdam,

verzoekende partij,

verwerende partij in het tegenverzoek,

hierna te noemen: Allianz,

advocaat: mr. H.A. Kragt te Arnhem,

tegen

[partij] ,

wonende te [woonplaats] ,

verwerende partij,

verzoekende partij in het tegenverzoek,

hierna te noemen: [partij] ,

advocaat: mr. A.H.A. Beijersbergen van Henegouwen te Utrecht.

1 Samenvatting

1.1.

De auto waarin [partij] zat is aangereden door een gehuurde bus. Allianz is de verzekeraar van de verhuurder van de bus. Allianz heeft, op basis van de op dat moment bekende informatie, in november 2022 erkend dat zij aansprakelijk is voor de schade die [partij] door de aanrijding heeft geleden. In deze procedure verzoekt Allianz de rechtbank om een voorlopig getuigenverhoor te bevelen. Zij wil aanvullende verklaringen verkrijgen over de feiten en omstandigheden van de aanrijding, om daarmee duidelijkheid te krijgen over de vraag of er aanleiding bestaat om terug te komen op de erkende aansprakelijkheid.

[partij] verzet zich tegen toewijzing van het verzoek. Hij verzoekt de rechtbank om het verzoek van Allianz af te wijzen, om Allianz te verplichten om alle onderzoeksresultaten en verslagen van OAN in het geding te brengen op grond van artikel 22 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en om Allianz te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 10.000,00 aan schadevergoeding.

1.2.

De rechtbank wijst het verzoek van Allianz tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor af op grond van onvoldoende belang. Toewijzing van het verzoek zou naar het oordeel van de rechtbank leiden tot een “fishing expedition”. Het verzoek van [partij] met betrekking tot het overleggen van informatie wordt ook afgewezen.

De toepassing van artikel 22 Rv is een discretionaire bevoegdheid van de rechtbank en de rechtbank heeft in dit geding geen behoefte aan de verzochte informatie. Het verzoek om Allianz te veroordelen tot schadevergoeding wordt afgewezen, omdat de schade niet is onderbouwd.

2 De procedure

2.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

het verzoekschrift met producties,

het verweerschrift,

de mondelinge behandeling van 9 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.

2.2.

De beschikking is nader bepaald op vandaag.

3 De feiten

3.1.

Op 31 oktober 2022 heeft een aanrijding plaatsgevonden tussen de auto van [partij] (met daarin [partij] als bestuurder en de heer [naam 1] als bijrijder) en een bus gehuurd door mevrouw [naam 2] (met daarin [naam 2] als bestuurster).

3.2.

Uit het proces-verbaal van de politie blijkt dat de auto van [partij] stilstond voor de rotonde. Toen [partij] de rotonde op wilde rijden, is de bus van [naam 2] achterop de auto van [partij] gebotst.

3.3.

Door of namens [partij] en [naam 2] is een schadeaangifteformulier ingevuld en ondertekend.

3.4.

[naam 2] had de bus gehuurd bij Bo-rent Autoverhuur. Bo-rent Autoverhuur is wat betreft de aansprakelijkheid voor haar huurauto’s en -bussen verzekerd bij Allianz. [partij] heeft Allianz, als WAM-verzekeraar van de bus, aansprakelijk gesteld voor de schade die hij als gevolg van de aanrijding heeft geleden.

3.5.

Op 22 november 2022 heeft Allianz per e-mail aan [partij] verklaard dat zij, op basis van de op dat moment bekende informatie, de aansprakelijkheid van haar verzekerde erkent. Allianz heeft een voorschot van € 10.500,00 aan [partij] betaald voor zijn schade.

3.6.

In opdracht van Allianz heeft Ongevallen Analyse Nederland (OAN) aanvullend onderzoek verricht naar de feiten en omstandigheden van de aanrijding. Op 8 juni 2023 is [naam 1] geïnterviewd en op 21 juni 2023 is [partij] geïnterviewd door een onderzoeker van OAN. [naam 2] is, hoewel uitgenodigd, niet op komen dagen voor een interview.

4Het verzoek en het verweer

4.1.

Allianz verzoekt de rechtbank om een voorlopig getuigenverhoor te bevelen. Zij stelt dat de verklaringen van [partij] en [naam 1] en de bekende feiten en omstandigheden, tot vraagtekens leiden. Zo heeft Allianz in haar verzoekschrift genoemd dat [partij] tijdens het interview met OAN heeft verklaard dat [naam 1] zijn vaste automonteur is en dat hij [naam 1] op de dag van de aanrijding heeft opgebeld, omdat de auto ‘stotterde’.

Dit terwijl [partij] tot 22 januari 2020 zelf een onderneming dreef met als activiteit de reparatie van auto’s. Volgens [partij] heeft [naam 1] vier bougies vervangen en zijn zij daarna een testrit gaan maken. Tijdens de testrit heeft de aanrijding plaatsgevonden. Daarnaast heeft [partij] verklaard dat hij telefonisch contact heeft gehad met [naam 2] (dan wel haar partner). De onderzoeker van OAN heeft [partij] en [naam 1] gevraagd hun belhistorie van 30 en 31 oktober en 1 november 2022 aan te leveren. Beiden hebben tijdens het interview verklaard daartoe bereid te zijn, maar hebben later gezegd dat zij hun belhistorie niet willen delen. Daarnaast hebben [partij] en [naam 1] ook beiden verklaard dat zij de verslagen van hun interviews niet willen ondertekenen.

Allianz ziet hierin reden om aanvullende verklaringen te willen verkrijgen over de feiten en omstandigheden van de aanrijding. Zij wil daarmee duidelijkheid krijgen over de vraag of er aanleiding bestaat om terug te komen op de erkende aansprakelijkheid, zodat zij op basis daarvan haar (proces)positie tegenover [partij] kan bepalen.

Allianz wil [partij] , [naam 1] en [naam 2] als getuigen horen, omdat zij bij de aanrijding betrokken waren. Daarnaast wil zij de partner van [naam 2] (de heer [naam 3] ) horen over het invullen van het schadeaangifteformulier en het gebruik van de bus van Borent Autoverhuur tijdens de huurperiode. Het is volgens haar niet duidelijk of [naam 3] ook bij de aanrijding zelf betrokken was. Ten slotte wil Allianz de zoon van [naam 1] (de heer [naam 4] ) horen over wat zich heeft afgespeeld voor en na de aanrijding. [naam 1] heeft namelijk verklaard dat zijn zoon hem naar het thuisadres van [partij] heeft gebracht en hem na de aanrijding heeft opgehaald.

4.2.

[partij] verzet zich tegen inwilliging van het verzoek en voert daartoe het volgende aan. Volgens [partij] is er sprake van misbruik van bevoegdheid, omdat Allianz op zoek is naar stellingen en feiten die er niet zijn. Zij betrekt hem daarvoor in een procedure, waarvoor hij de financiële middelen niet heeft. Daarnaast is er volgens [partij] sprake van strijd met de goede procesorde en andere zwaarwichtige belangen en heeft Allianz geen belang bij een voorlopig getuigenverhoor, omdat zij nu nogmaals verklaringen wil ontvangen over de feiten en omstandigheden van de aanrijding, terwijl [partij] al is blootgesteld aan een onderzoek en hij zijn medewerking daaraan heeft verleend.

[partij] verzoekt de rechtbank om het verzoek van Allianz af te wijzen, Allianz te verplichten om alle onderzoeksresultaten en verslagen van OAN in het geding te brengen en Allianz te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 10.000,00 aan schadevergoeding.

5De beoordeling

voorlopig getuigenverhoor

wettelijk kader

5.1.

De rechtbank stelt voorop dat op grond van artikel 186 Rv om een voorlopig getuigenverhoor kan worden verzocht ter voorbereiding van een procedure, in het bijzonder om te kunnen beoordelen of het zinvol is om een procedure aanhangig te maken. Het is niet vereist dat de verzoekende partij in het verzoekschrift al nauwkeurig aangeeft welke feiten en stellingen zij aan haar voorgenomen vordering ten grondslag wil leggen en over welke feiten zij getuigen wil horen (vgl. HR 19 februari 1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC0878). Ook hoeft de verzoeker zich niet uit te laten over de precieze aard van de in te stellen vordering en de omvang van de eventueel geleden schade.

In de procedure tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor wordt de toewijsbaarheid van de in het verzoekschrift aangeduide vordering dan ook niet getoetst (vgl. onder meer HR 19 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL8146). Op grond van vaste jurisprudentie geldt als uitgangspunt dat een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor – indien aan de daartoe gestelde eisen is voldaan – moet worden toegewezen, tenzij er sprake is van misbruik van bevoegdheid, strijd met de goede procesorde of een ander zwaarwichtig geoordeeld bezwaar of indien er met het verzoek geen rechtens te respecteren belang is gediend (vgl. onder meer HR 22 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3250). De rechter komt in de beoordeling van het verzoek dus geen discretionaire bevoegdheid toe.

overwegingen

5.2.

Naar het oordeel van de rechtbank heeft Allianz onvoldoende onderbouwd welke feiten en omstandigheden zij met het door haar verzochte voorlopig getuigenverhoor wil bewijzen ten behoeve van welke vordering. Zij had in ieder geval duidelijk moeten maken welke concrete aanknopingspunten zij heeft om te vermoeden dat zij (mogelijk) niet gehouden is om de schade van [partij] naar aanleiding van het ongeval te vergoeden. Allianz heeft weliswaar naar voren gebracht dat [partij] contact heeft gehad met [naam 2] en dat hij zijn belhistorie niet wil overleggen, maar op de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde van Allianz expliciet verklaard dat Allianz niet insinueert dat [partij] vóór de aanrijding al contact heeft gehad met [naam 2] . Allianz heeft niet onderbouwd waarom contact tussen hen ná de aanrijding relevant is voor de vraag of zij tegenover [partij] gehouden is tot schadevergoeding. De enkele (blote) constateringen dat [partij] [naam 1] heeft ingeschakeld als monteur voor zijn auto, terwijl hij zelf een onderneming voor de reparatie van auto’s heeft gehad, dat de aanrijding tijdens de testrit heeft plaatsgevonden en dat [partij] en [naam 1] de verslagen van hun interviews niet willen ondertekenen, is onvoldoende om het vermoeden te ondersteunen dat Allianz een vordering op [partij] , althans [partij] geen vordering op Allianz heeft. Verder stelt Allianz slechts dat de getuigen kunnen verklaren over het algemene feitencomplex rond de aanrijding. Bij deze stand van zaken zou toewijzing van het verzoek tot een voorlopig getuigenverhoor leiden tot een “fishing expedition”, waarbij Allianz probeert te “hengelen” naar thans nog onbekende feiten. Daarvoor is het voorlopig getuigenverhoor niet bedoeld. De rechtbank zal het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor dan ook afwijzen, op grond van onvoldoende belang.

tegenverzoeken van [partij]

overleggen informatie

5.3.

[partij] verzoekt de rechtbank om Allianz op grond van artikel 22 Rv te verplichten om alle onderzoeksresultaten en verslagen van OAN in het geding te brengen.

5.4.

Op grond van artikel 22 Rv kan de rechter een partij bevelen bepaalde, op de zaak betrekking hebbende bescheiden te overleggen. De toepassing van dit artikel is een discretionaire bevoegdheid van de rechtbank en kan niet door partijen worden afgedwongen. De rechtbank heeft in deze procedure (die ziet op het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor) geen behoefte aan de door [partij] verzochte informatie. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

schadevergoeding

5.5.

[partij] verzoekt Allianz te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 10.000,00 aan schadevergoeding. Dit verzoek zal worden afgewezen, nu de gestelde schade en het geclaimde bedrag niet zijn onderbouwd.

proceskosten

5.6.

Aangezien partijen over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld, is de rechtbank van oordeel dat het redelijk is dat partijen beide hun eigen proceskosten dragen.

6De beslissing

De rechtbank

in het verzoek

6.1.

wijst het verzoek van Allianz tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor af,

in het tegenverzoek

6.2.

wijst de verzoeken van [partij] af,

in het verzoek en het tegenverzoek

6.3.

compenseert de proceskosten tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

Deze beschikking is gegeven door mr. K.J. Haarhuis en in het openbaar uitgesproken op

31 oktober 2023.

(L.B.)

Heeft u een account? Vergeet dan niet om in te loggen Inloggen

Website by Webroots

Website by Webroots

hey