Van de redactie … – Analogieën in Jeuk (“De Buigbare Perceptie binnen het schuivend perspectief”) – An easy way for the blind to go…
Tijdens de reünie stond het Hans nog glashelder voor ogen: de grap met het jeukpoeder in het jasje van natuur- en scheikundedocent Mulder, die ons altijd met de meest lastige formules opzadelde, was een doorslaand succes geweest. ‘Gek van de jeuk’ galoppeerde de man het klaslokaal uit en we zagen hem pas de volgende les weer terug. Althans, in Hans’ herinnering. Zoals dat gaat met herinneringen, hadden sommige andere reünisten een heel ander beeld bij dat incident. Ja, we kochten wel eens wat bij de fopwinkel, maar de verpakking van de meeste geintjes beloofde meestal veel meer, dan het product uiteindelijk aan resultaat bleek op te leveren. Bovendien waren de in onze jeugdige beleving volstrekt unieke en originele grappen en grollen al door zoveel generaties vóór ons ook al uitgehaald, dat er zelden een leraar was die er nog intrapte.
Mulder had vanwege wat vaag gekriebel eens met zijn zakdoek over zijn nek geveegd, zijn jasje over een stoel gehangen en aan notoire plaaggeest Johan gesommeerd het zakje jeukpoeder in te leveren. Dat uit nijd ‘als een gek door het klaslokaal galopperen’ gebeurde aan het begin van het leerjaar wel eens. De jeukpoedergrap was echter juist een aanleiding voor een zekere ommekeer geweest. Meneer Mulder had ons de samenstelling van het poeder uitgelegd en de reden waarom het spul jeuk veroorzaakt. Voor het eerst vond de hele klas de les boeiend en niet alleen ‘Arend-Jan onze fan natuurkundeman’. Docent Mulder paste sindsdien zijn lesmethodiek aan, de lessen werden voor ons interessanter en er was veel minder reden voor jeuk. Jeukpoeder kan dus ook in positieve zin iets losmaken. Die Arend-Jan, hij was altijd een wat stille jongen die alleen met ‘moeilijke bètadingen’ bezig leek te zijn en om die reden door ‘de groep’ als een tikkeltje gestoord werd bestempeld. Tijdens de reünie poneerde hij het inzicht, dat het pesten weleens zijn oorsprong had kunnen vinden in de angst van de leerlingen voor de moeilijke lesstof. De heer Mulder kreeg geen jeuk van de poeder, maar van ons puberale gedrag. Arend-Jan is een wereldwijd gerespecteerde fysicus geworden en dus minder bizar dan waar de meeste klasgenoten hem destijds voor hielden. Openstaan voor een andere kijk op de feiten, effent vaak de weg naar nieuw perspectief. Dit een en ander speelde door mijn hoofd, terwijl ik spoorslags door een digitaal dossier galoppeerde. Al snel moest ik wolken virtueel jeukpoeder tussen de wollige teksten wegblazen. De claimant moet, zal en heeft recht op. Zijn advocaat stipuleert en wil gaaf en onvoorwaardelijk erkend hebben. PING! De claims handler van de tot betaling aangesproken verzekeraar ziet onvoldoende onderbouwing van schadeposten, schadeomvang en het causaal verband is niet aangetoond. PONG! Gaat dit tafeltennissen door tot er iemand bij brief eenentwintig is aanbeland? Zou de onmiskenbare opbouw van wederzijdse jeuk ook hier vooral uit gedrag voortkomen? Claims handler gaat mee in de auto. Samen spoorslags naar advocatenkantoor gegaloppeerd. We blijken aan tafel tijdens het ‘driegesprek’ bereid tot sociaal gedrag, een weg naar een oplossing met wederzijds draagvlak wordt ingeslagen. “Klik-klak-Klik Klak”, galmen nu plots een paar stellig stappende naaldhakken door de hal van mijn herinneringen. Het is de tred van prof. mr. Klaassen, tijdens een college voor advocaten en schaderegelaars, enkele jaren geleden. “Dames en heren,” sprak de professor tot ons, “waarom voelt u zo vaak de behoefte om de zwart/wittegenstelling op te zoeken? De oplossing zal immers vooral liggen binnen het grijsspectrum! Wat is waarheid? Soms lichtgrijs, soms donkergrijs.” Natuurkunde les voor alfa’s. “Trippel-Trappel, Trippel-Trap”. Spoorslags galopperende witte schimmel geeft jeuk zou je vermoeden, maar niets in minder waar. De nobele schimmel bezit van nature immers genoeg gevlekte grijstinten. Het is de Zwarte Piet die nu al maandenlang nationale jeuk veroorzaakt. De advocaat roept dat hij weg moet (is dat geen discriminatie overigens, iemand buitensluiten van een nationaal volksfeest?) Wijze rechters moeten zich over het vraagstuk buigen. Oer-Hollandse bedrijven als HEMA en AH vergalopperen zich bijna en eindigen in een spagaat tussen gewenst maatschappelijk gedrag en goed Hollands koopmanschap. Belgen hebben een andere perceptie en zien het probleem niet dat de Hollanders kennelijk wel verdeeld houdt. Het als calvinistisch geduide Holland, vol al eeuwenlang tolerante protestanten jegens een van oorsprong katholieke bisschop. Wat in zekere zin toch opmerkelijk genoemd mag worden want Alva en kornuiten waren eeuwen geleden toch niet bepaald mild ten opzichte van andersdenkenden. Zelf denk ik dat als het Sinterklaasfeest dan toch anders moet in de toekomst, dat we dan ter adequate ontjeuking graag ook meteen bij wet verplichten dat kruid- en pepernoten, marsepein, chocoladeletters en al dat andere snoepgoed pas vanaf de intocht van de Goedheiligman en zijn gevolg in de schappen van de supermarkten mag liggen en dus liefst niet meer al vanaf eind augustus. “Zoals het moet, want net zoals het vroeger was en zoals het dus ook hoort te zijn …” Ondertussen verschuift het perspectief al. Zoals het altijd al geschoven heeft, maar de generaties die het Sinterklaasfeest zonder ‘Pieterman knecht’ vierden, bevolken onze aardbol niet meer. Anno 2014 verschijnen de eerste regenboogpieten aan dek van de stoomboot en ook Goudse kaas- en stroopwafelpieten. Voor Zaansche Zuurstok Piet is echter geen plaats, het moet wel vrolijk blijven natuurlijk. De een vindt de verandering maar raar, de ander ziet het als een logische stap naar een nieuwe dimensie binnen een maatschappij waar wederzijds respect voorop staat. Kampioen ‘ziener’ in deze materie is wat mij betreft de blinde columnist Vincent Bijlo. Bijlo verhaalt over een donker klasgenootje op de lagere school dat vanwege de door haar gedurende de Sinterklaastijd vaak gehoorde analogieën met zwarte Piet altijd blij was als ‘het feest’ weer voorbij was. Al is er maar één mens ongelukkig tijdens een feest, waarom zou er dan geen ruimte mogen zijn voor verandering? Vincent keek dus al lang geleden vanuit een andere invalshoek dan zijn generatiegenoten. Nu ik toch aan Sinterklaas denk, besluit ik nog even langs de sportwinkel te gaan en alvast het Sinterklaascadeau voor mijn kleine neefje te kopen. Die voetbalt bij de F-jes. Ik denk terug aan mijn eerste paar kicksen: glimmend zwarte voetbalschoenen. Mijn vader kwam met een verhaal over dat voetbalschoenen vroeger bruin waren, met van die bolle neuzen, maar dat was natuurlijk maar raar, in die vroegere tijd wisten de mensen nog niet veel van voetbal. Voetbalschoenen horen zwart te zijn! Pikzwart als roet en niets anders. Alle profvoetballers speelden, in mijn tijd, immers op zwarte schoenen! “Graag een paar traditionele mooie zwarte voetbalschoenen meneer”, zeg ik tegen de verkoper. “Hoe lang hebt u al niet meer langs het veld gestaan meneer?” vraagt de verkoper, en hij wijst naar de wand vol nieuwe voetbalschoenen. Oranje, roze, blauwe, gele, groene, gouden en zilveren schoenen. Geen zwarte schoen te bekennen en geen kind dat daarom maalt. Sterker nog, de verkoper wrijft me nog even in: “als ik anno 2014 zwarte voetbalschoenen zou verkopen, kon ik de tent wel sluiten meneer”. Mijn helden zijn allang met pensioen, de voetbalhelden van nu, vinden hun Walhalla over de regenboog. Buigbare perceptie en een schuivend perspectief. Zo tegen het einde van het jaar ontkomt ook onze branche niet aan bespiegelingen dienaangaande. Lees de bijdragen over De Letselschade Raadsdag (‘de vijf trends’), het PIV Actualiteitencollege en het congres ‘De weg naar herstel’ in dit PIV-Bulletin. In het verlengde daarvan attendeer ik ook graag op de bijdrage van prof. Ton Hartlief in het Nederlands Juristenblad van 29 september 2014, waarin hij waardering uit voor een steen in stilstaand water, waar het de veel gehoorde roep om een verhoging van het smartengeld betreft. Hartlief refereert aan zaken als ‘ons Calvinisme’, ‘gevoelswaarde’, ‘steeds beter zicht op de werkelijke impact van letsel voor slachtoffers’ en ‘de veranderende maatschappelijke opvattingen (waar idealiter de Hoge Raad expliciete ruimte voor vernieuwing zou kunnen creëren)’. Verbeeld ik het me, of zie ik analogieën met de Nationale jeukdiscussie over Zwarte Piet? Wat dan weer een bruggetje oplevert naar ‘Zwarte Pieten’, oftewel hét spel dat we níet met elkaar moeten spelen als we met het regelen van personenschade bezig zijn. Om dat te voorkomen, moet de focus de komende tijd niet alleen liggen op de schadecomponent smartengeld, maar moeten we alle relevante feiten en omstandigheden uit het letselschadevak in onderling verband en samenhang beschouwen. PIV voorman Theo Kremer schetst in dat kader in de Schade Almanak van 17 september 2014 een aantal ingrijpende ontwikkelingen binnen onze letselschadebranche, waar ik de lezer graag naar wil verwijzen. Slechts in een goede cocktail van wederkerigheid, wederzijds respect en oog voor alle gerechtvaardigde onderliggende belangen, lost na enig gezamenlijk roeren de jeukpoeder op als suiker in de thee. Samen iets proberen te bereiken, is altijd de moeite waard. An easy way for the blind to go A clever path for the fools who know Iron Maiden: “Revelations”