Van de redactie … – The GOOD (chance) The BAD (chance) and The UGLY (truth) (De Buigbare Perceptie II)
PIV-Bulletin 2014
Van de redactie … – The GOOD (chance) The BAD (chance) and The UGLY (truth) (De Buigbare Perceptie II)
Voor u ligt het eerste nummer van het PIV-Bulletin in 2014. Met daarin een verslag van het Lustrumsymposion van de LSA. Op dit symposion heeft LSA voorzitter mr. Joost Wildeboer vanuit het perspectief van de LSA-advocaten teruggeblikt op 25 jaar letselschadeadvocatuur en vooruitgeblikt op wat de komende 25 jaren wellicht zullen gaan brengen. Met zijn kijk op de zaken kun je het eens of oneens zijn. Duidelijk is dat verleden, heden en toekomst worden geregeerd door verandering.
Ten goede of ten kwade. Net als in de afgelopen 25 jaar het geval was, zullen advocaten en verzekeraars het met die goede of kwade werkelijkheid moeten doen. Aan beide zijden valt ongetwijfeld nog genoeg bij te buigen aan ieders perceptie omtrent hoe het belang van de schadelijdende partij – dat immers centraal staat – het best wordt gediend. Misschien een schone gedachte om over en weer, voor het werken aan een schone toekomst, ook de lezing “Werken met moed en vertrouwen”, die mr. L. Verheij – president van het Gerechtshof Den Haag – op 22 november 2013 op de Letselschade Raadsdag gaf, nog eens door te nemen?
Voorts bieden wij u in dit bulletin enkele al dan niet verboden vruchten uit de tuin van goed en kwaad aan, met betrekking tot grondrechten rond medische aansprakelijkheid en medische machtigingen. Een uitgelezen kans om met een opgeschoonde blik op ‘De Waarheid’ tot voortschrijdend inzicht te geraken. Hoe buigzaam is úw perceptie?
Ook kunt u een bijdrage lezen over het vervolg op wat een van de standaardarresten van ons letselschadevakgebied genoemd kan worden: Hoge Raad ZA/De Greef deel 2. De kijk op wat als een goede of als een kwade kans beschouwd moet worden, blijkt met het voortschrijden van tijd aan voortschrijdend inzicht onderhevig. Om een (voor welke partij dan ook) ongemakkelijke waarheid in de toekomst te vermijden, lijkt (samen)werken met moed en vertrouwen toch de sleutel om tot snellere wederzijds aanvaardbare oplossingen te komen.
Een goed adagium lijkt aldus te zijn: beter een goede gezamenlijke oplossing, dan een slechte verliezer. Verzekeren heeft met kansenweging te maken maar is naar haar aard geen loterij. Toch vallen de laatste tijd vanuit het loterijfront toch ook nuttige analogieën met ons vakgebied te destilleren. De winnaar van Miljoenenjacht die een claim indient tegen Endemol, omdat hij bij een bod van de bank van € 125.000, per ongeluk op de stopknop drukte. Hoewel hij zich aanvankelijk sportief bij de spelregels neerlegde, heeft hij samen met zijn advocaat nu de website www.rechtopmiljoenen.nl opgericht. De media berichtten dat de speler de € 5.000.000 die in zijn koffertje zat is misgelopen. Een blik op de stand van zaken ten tijde van de abusievelijke druk op die vermaledijde stopknop leert echter, dat bij het wegspelen van de verkeerde overige koffers, door de speler evengoed een veel lager bod van de bank geaccepteerd had kunnen worden. Een en ander had dus ook nog tot een onaangenamere waarheid dan ‘slechts’ één en een kwart euroton kunnen leiden. Ook in dit geval zouden alle partijen het meest gebaat zijn geweest bij het tonen van moed en vertrouwen. Spelleidster Linda de Mol wist dat deze speler een vergissing beging, maar liet de beslissing over het wel of niet doorspelen over aan de notaris. Zonder oog te tonen voor de context van het gebeurde, koos de notaris voor regels zijn regels, in plaats van handelen naar de geest van het reglement. Hij durfde het niet aan om eenmalig een goed gemotiveerde uitzondering toe te laten.
Ik waag me niet aan een voorspelling van de uitkomst van die aangespannen rechtszaak. De winnaar van de Oudejaarsloterij 2004 zorgde onbedoeld al wel eens voor een ongelukkig precedent. Zijn om enkele minuten voor Nieuwjaar 2005 gewonnen miljoenenprijs, werd door de inspecteur nog in belastingjaar 2004 rücksichtslos belast in Box 3, omdat het goede of kwade kansenlootje formeel gesproken nou eenmaal nog net in het oude jaar veel geld waard was geworden. Da’s toch kassa voor de belastingdienst, bij 1,2 % belastingdruk over al die miljoenen! Ongeacht het evidente feit dat de winnaar in die paar minuten 2004 natuurlijk geen eurocent opbrengst uit sparen en beleggen had kunnen genereren. Geen schoolvoorbeeld van een belastinginspecteur die werkt met moed en vertrouwen. Ugly truth voor de pragmatici onder ons, alsmede voor de overigens nog steeds plotsklaps zeer vermogende winnaar, maar in november 2010 stelde de belastingkamer van het Hof Den Bosch de inspecteur in het formele gelijk. Pleister op de wonde voor wie van goede kansen houdt: in januari 2014 heeft de rechtbank in Amsterdam bepaald dat pokeren voortaan geen kansspel meer is maar een behendigheidsspel. De rechter kwam tot dit voortschrijdend inzicht, op basis van de enorme ontwikkeling die het pokerspel de afgelopen jaren kennelijk heeft doorgemaakt. Dat is dan eigenlijk ook wel weer een hart onder de riem van de pokeraars aan de onderhandelingstafel.
Tot slot maak ik van de gelegenheid gebruik, om nog even terug te blikken op de eerste dag van mijn kerstvakantie 2013. Goede kans om uit te rusten van het werk, dacht ik. Maar bij het openslaan van de ochtendkrant schreeuwde een kwade krantenkop dat de Haagse rechtbank zich schuldig maakte aan discriminatie. Het gaat hier om de zaak: Rechtbank Den Haag 23 juli 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:9276. Na het lezen van het artikel werd duidelijk, dat het verhaal in de krant vooral wordt belicht vanuit de perceptie van de familie van de verondersteld gedupeerde procespartij. What’s new in the media? Wat wel opvalt, is dat zo’n letselschadezaak net zo’n cascade aan “Twitter Twatter Chitter Chatter” op de moderne Social Media oplevert, als pak ‘m beet de zaak rond het geldkoffertje uit het tv-spelletje. Dezelfde koppen duiken ook op: “Vrouw krijgt 70.000 in plaats van 550.000 euro”. Wie googelt op “rechter weegt culturele achtergrond mee bij letselschade” krijgt voldoende kansen om al die goede en kwade kritieken te lezen.
Nu is het, kennelijk, een tijdsbeeld, dat iedereen z’n fifteen seconds of fame mag pakken in cyberspace. Liefst door zo ongenuanceerd mogelijk een eenzijdige mening te verkondigen. Ik denk dat personen die zich met het letselschadevak bezig houden, er echter goed aan doen om omzichtig met dergelijke berichtgeving in de media om te gaan. Het mediabelang is immers niet per definitie gelijk aan het in zijn totaliteit afgewogen belang van een zaak waarover wordt bericht. Wie met enige kennis van letselschaderegeling de beschikking van de rechtbank leest, ziet dat de totale context van de zaak veel genuanceerder ligt, dan waar in de media de nadruk op wordt gelegd. De rechter heeft wel degelijk een gemotiveerde uitspraak gewezen, met weging van alle relevante feiten en omstandigheden van de casus, in onderling verband en samenhang beschouwd. Rekening houdend met de door beide procespartijen over en weer in het geding gebrachte onderbouwing. Ook zal een behandelaar van letselschadezaken zich te allen tijde realiseren dat de uitspraak geen inzage biedt in alle onderliggende processtukken, op grond waarvan procespartijen hun debat over de concrete persoonlijke omstandigheden van de betrokkene hebben gevoerd. De uitspraak biedt geen grondslag voor de conclusie dat de rechter hier een fout zou hebben gemaakt. De door de aansprakelijke verzekeraar ingebrachte weren zijn niet integraal gehonoreerd. Duidelijk is wel, dat de rechter de over en weer ingebrachte stellingen tegen elkaar heeft afgewogen en op basis daarvan een gemotiveerde beslissing heeft genomen.
Een retorische vraag die opkomt, is waarom een zaak van 23 juli 2013, pas vijf maanden later, op de dag voor Kerstmis, zoveel aandacht in de media krijgt? Waar de president van het Haagse Gerechtshof eind 2013 spreekt over werken met moed en vertrouwen, wordt er door een Haagse advocaat vlak voor Kerst publiekelijk, zelfs met naam en toenaam, op de persoon van een Haagse rechter gespeeld. Er is geen sport die het toelaat om op de man te spelen. Dergelijke sportiviteit wordt ook in de uitoefening van het letselschadevak gewaardeerd. Het blijft steeds een kwestie van goed gemotiveerd goede en kwade kansen tegen elkaar afwegen. De rechter is de onpartijdige scheidsrechter die onbevooroordeeld boven de partijen staat. “Dit is mijn uitspraak, daar zult u het mee moeten doen.”, zegt de rijdende rechter dan, om maar eens in mediasferen te blijven. Zonder respect te tonen voor de onpartijdige beslisser, is er een goede kans dat we op een kwade dag in een ‘Ugly Truth’ belanden. En zo’n toekomst zullen noch de LSA/ASP, noch het PIV zich wensen!
Armand Blondeel, voorzitter Redactieraad PIV-Bulletin
Extreme: Three Sides to Every Story:
Yours, Mine & The Truth: Hole Hearted: “If I’m not blind why can’t I see, that a circle won’t fit where a square should be?”