Verbeterde ongevallenregistratie
Verbeterde ongevallenregistratie Stichting Processen Verbaal krijgt opnieuw toegang tot essentiële informatie PvS Minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft de Tweede Kamer toegezegd dat de registratie door de politie van verkeersongevallen in 2013 op orde komt. Als gevolg hiervan zal de Stichting Processen Verbaal (SPV) weer kunnen beschikken over informatie uit processen-verbaal […]
Verbeterde ongevallenregistratie
Stichting Processen Verbaal krijgt opnieuw toegang tot essentiële informatie
PvS
Minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft de Tweede Kamer toegezegd dat de registratie door de politie van verkeersongevallen in 2013 op orde komt. Als gevolg hiervan zal de Stichting Processen Verbaal (SPV) weer kunnen beschikken over informatie uit processen-verbaal inzake verkeersongevallen. Dit geldt ook voor de informatie uit de kenmerkenmeldingen, die tot kenmerkenmeldingen-plus worden uitgebreid. De veranderingen zullen al in juni of juli 2013 in gang worden gezet.
De minister hoopt dat hiermee de klachten over de ongevallenregistratie en over de verstrekking van gegevens aan de SPV tot het verleden zullen behoren. Dit schrijft hij in zijn antwoord op een brandbrief over deze materie die onder meer door het PIV is ondertekend. De wijziging van de ongevallenregistratie is vooral van belang voor het functioneren van de SPV. Deze stichting werd in 1967 opgericht om een loketfunctie te vervullen tussen enerzijds de politie en anderzijds betrokkenen bij verkeersongevallen, met name verzekeraars, belangenbehartigers, gemeentelijke instanties en bij een ongeval betrokken particulieren.
Proceswijziging
De wijze waarop verkeersongevallen worden geregistreerd, werd in 2009 ingrijpend veranderd. Tot dan waren er twee mogelijkheden: bij ongevallen als gevolg van een bewijsbare verkeersovertreding maakte de politie een proces-verbaal op en bij de overige ongevallen een zogenoemde registratieset. In deze registratieset konden maar liefst 114 gegevens worden vastgelegd, variërend van de staat van het wegdek en de weersomstandigheden tot en met een beoordeling door de dienstdoende agent van de schuldvraag. Ook kon er een situatieschets aan worden toegevoegd. In 2009 werd besloten deze registratieset te vervangen door een kenmerkenmelding waarin slechts zes gegevens werden vastgelegd, te weten de dag, de datum, het tijdstip, de locatie, de plaats en de gemeente waar het ongeval was gebeurd. Kortom, slechts een beknopte omschrijving van het gebeuren. Essentiële gegevens als kentekens, namen van betrokkenen en de aard van het ongeval werden doorgaans niet meer genoteerd. De politieorganisatie hoopte op die manier de administratieve last te kunnen verminderen, ten gunste van haar operationele taken.
KREVIN
Bert van Haaften – beleidsmedewerker verkeer bij de Dienst Regionale Operationele Samenwerking van de politie in Den Haag – kreeg in 2009 opdracht om de nieuwe werkwijze over heel Nederland uit te rollen. In zijn uitleg van het hoe en waarom refereert hij aan het project KREVIN dat in 2007 werd opgestart door wegbeheerders, verkeershandhavers en Rijkswaterstaat. KREVIN staat voor Kwaliteitsverbetering van de registratie van verkeersongevallen in Nederland. “In dit project werd aangegeven”, aldus Van Haaften, “dat de politie voortaan veel minder gegevens hoefde te noteren, omdat ook gegevens uit allerlei andere bronnen zouden worden gehaald, bijvoorbeeld bij de Verzekeraarshulpdienst en bij ambulancevervoerders. Als we al die gegevens bij elkaar zouden brengen, zouden we een uit-de-kunst-database krijgen. Dit project loopt nog steeds, maar in de praktijk is gebleken dat dit bij elkaar halen van gegevens maar heel moeizaam van de grond komt.”
Discussies
Kees Zandbergen – die vanuit de Strategische Beleidsgroep Verkeer voorzitter is van de Stuurgroep Afhandeling Ongevallen – is samen met Bert van Haaften de kartrekker in dit dossier en legt uit dat de nadelen van de destijds gekozen werkwijze al snel aan het licht kwamen. Doordat de politie de SPV niet meer adequaat van informatie kon voorzien, werd de politie zelf vanuit verzekeraars, belangenbehartigers en overige betrokkenen benaderd. Overste Zandbergen, “maar we betaalden er een hoge prijs voor.” Hij wijst erop dat niet alleen de afhandeling van letselschadezaken in de knel kwam, maar evenzo de informatiestroom richting de Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS) van Rijkswaterstaat. Op grond daarvan wordt onder meer de veiligheid van wegen vastgesteld, met het doel die veiligheid te optimaliseren. Zandbergen: “Ook van die verschraling van informatie ondervinden we zelf nadelen. De gemeenten vinden hun wegen veilig genoeg en doen de portemonnee op de knip. Nu kun je de veiligheid aan het aantal dodelijke slachtoffers afwegen, maar dat is redelijk stabiel en ligt al een tijdje rond de 650 per jaar. Maar het aantal gewonden is immens en stijgt nog steeds. Daar is nog een heleboel in te verdienen. Maar als de landelijke database dat niet cijfermatig onderbouwt, is het vreselijk lastig om dat voor elkaar te krijgen.”
Klachten
Al snel na de invoering van de nieuwe ongevallenregistratie regende het klachten, van politiemedewerkers, van DVS en van medewerkers bij verzekeringsmaatschappijen en belangenbehartigers. Dat merkte ook Leon Boin, operationeel manager van de SPV. “Tot 2010 werden bij ons zo’n honderdvijftigduizend dossiers per jaar aangeleverd en dat aantal kelderde naar zo’n tweeduizend dossiers per maand. Bovendien werd in 2009 gezegd, dat er in plaats van de registratiesets veel meer processen-verbaal zouden worden opgemaakt, die ook nog eens beter van kwaliteit zouden zijn. Dit laatste is moeilijk te monitoren, maar ik heb niet de indruk dat de processen-verbaal uitgebreider zijn geworden. Wel hebben we gemerkt dat er niet meer, maar juist veel minder processen-verbaal binnenkomen dan in de periode voor 2010. Dat aantal is zelfs meer dan gehalveerd.” Volgens hem is dit deels te verklaren. Er mogen immers geen processen-verbaal naar de SPV worden gestuurd van aanrijdingen waarbij van een misdrijf sprake is, bijvoorbeeld rijden onder invloed, doorrijden na een aanrijding of opzettelijk gevaar op de weg veroorzaken. Vroeger konden het misdrijfgedeelte en het aanrijdinggedeelte van een proces-verbaal van elkaar worden gescheiden, maar sinds de invoering van een nieuw computersysteem bij de politie, nagenoeg gelijktijdig met de wijziging van de ongevallenregistratie, is dat vrijwel onmogelijk geworden. Boin: “Voor de aanvragers van informatie is dat een extra handicap, omdat ze zich in zulke gevallen bij justitie moeten vervoegen. Ze moeten dan eerst uitzoeken in welke regio het ongeluk is gebeurd en welk parket ze dus moeten aanschrijven, en dan nog is het maar de vraag of ze de gewenste inzage krijgen.”
Eén op één digitaal
Door deze gang van zaken kwam de SPV financieel in zwaar weer te verkeren. Zij wordt immers per informatieaanvraag betaald. En de stichting hoeft weliswaar geen winst te maken, maar mag ook geen verlies draaien. In de afgelopen jaren is daarom fors in de kosten gesneden. Leon Boin is zeer verheugd over de aangekondigde wijzigingen. Deze houden om te beginnen in dat de kenmerkenmeldingen zullen worden uitgebreid tot kenmerkenmeldingen-plus. Hierin worden niet alleen gegevens over tijd en plaats vastgelegd, maar ook kentekens van voertuigen, namen van bestuurders, inzittenden en getuigen en gegevens over bijvoorbeeld vernield straatmeubilair, alcoholgebruik en vervoer naar het ziekenhuis. Verwacht wordt dat er jaarlijks zo’n veertig- tot vijftigduizend kenmerkenmeldingen-plus zullen worden aangemaakt. Bovendien, niet minder belangrijk, zal deze informatie voortaan digitaal vanuit het systeem van de politie geautomatiseerd aan de SPV worden aangeleverd. “We kunnen daardoor onze services naar onze afnemers gaan vervolmaken”, aldus Boin. “Het betekent ook dat we nu niet meer het risico lopen dat bepaalde dossiers in een bureaula blijven liggen, wat in het verleden ook nogal eens gebeurde. Zodra wij de informatie één op één vanuit het systeem van de politie gaan ontvangen, kun je stellen dat als wij bepaalde informatie niet hebben, die ook bij de politie niet is te vinden. De uitzondering daarop is nog wel de misdrijfprocessen-verbaal waarbij van alcoholgebruik sprake is, maar we zijn in gesprek met het Openbaar Ministerie om te kijken of het niet mogelijk is ook deze processen-verbaal toch aan de SPV te gaan verstrekken. In ieder geval kunnen we onze afnemers laten weten dat wij weer documenten hebben en dat we met recht weer het centrale aanspreekpunt voor politierapportages met betrekking tot verkeersincidenten zijn.”
Mobiel schademelden
Zodra de aanlevering van informatie naar de SPV is hersteld, kan vervolgens worden onderzocht hoe die aanlevering nog verder kan worden verbeterd. In dit verband is het van belang dat de SPV organisatorisch nauw is gelieerd aan de Stichting Efficiënte Processen Schadeverzekeraars (EPS), die in 2011 het mobiel schademelden initieerde, met behulp van een speciale app. De politie zou hierbij kunnen aansluiten door de gegevens vanuit die app automatisch naar de kenmerkenmelding-plus in het eigen systeem over te halen, maar hier zitten nog wel enkele haken en ogen aan. Bert van Haaften: “We zitten natuurlijk al een tijdje in het digitale tijdperk, maar dat wil niet zeggen dat het allemaal even gemakkelijk gaat. Doordat de database van de politie super beveiligd is, kan er niet zomaar van alles in of uit. Het is gewoon nog niet mogelijk om gegevens ‘vanuit de lucht’ in de database van de politie te krijgen. Natuurlijk zijn er ontwikkelingen waar we aan werken. Het zou bijvoorbeeld mooi zijn als we bij een ongeval het rijbewijs zouden kunnen scannen of digitale foto’s zouden kunnen overbrengen. De techniek is daar wel klaar voor, maar de politieorganisatie heeft daar nog stappen voor nodig in verband met de veiligheid en privacywetgeving.”
Implementatie
Minder problematisch zal het naar verwachting van Kees Zandbergen zijn om de nieuwe manier van ongevallenregistratie in heel het land ingevoerd te krijgen. Hij wijst erop dat veel politieagenten de oude werkwijze, waarbij slechts zes gegevens werden genoteerd, bijzonder onlogisch vonden. De meesten vinden het meer voor de hand liggen, en vinden het ook geen enkele moeite, om eenmaal bij een ongeval aangekomen alle relevante gegevens te noteren en deze, terug op het bureau, als kenmerkenmelding-plus in het systeem in te voeren. “Voor de diender die naar een ongeval is gekomen, is dit een kwestie van gezond boerenverstand gebruiken”, aldus Zandbergen. “Een aantal regio’s is er inmiddels al mee begonnen. Begin mei is de officiële brief uitgegaan, via de Strategische Beleidsgroep Verkeer naar alle politiechefs, gevolgd door informatiepakketten voor de briefing van de dienders. Tot slot hebben we dan nog de taak ervoor te zorgen dat verzekeringsmaatschappijen, belangenbehartigers en overige betrokkenen niet langer bij ons voor gegevens aankloppen, maar weer bij de SPV. Mocht bepaalde informatie daar niet aanwezig zijn, dan is het de bedoeling dat niet de aanvrager ervan, maar de SPV contact met ons zal opnemen, zoals vroeger ook de standaardprocedure was.”
Op papier opgelost
Alle inspanningen zijn bedoeld om het wegennet veiliger te maken en letselschadezaken beter en sneller af te kunnen wikkelen. De brandbrief aan minister Opstelten was daarom mede ondertekend namens organisaties die voor de belangen van verkeersslachtoffers opkomen, waaronder Slachtofferhulp Nederland. “Het lijkt erop dat de problemen nu in ieder geval op papier zijn opgelost”, zegt Victor Jammers – directeur beleid van Slachtofferhulp Nederland – “en ik ben benieuwd hoe het nu in de praktijk zal gaan. Komen nu inderdaad de gegevens automatisch bij de SPV terecht? Zal het lukken op tijd de aanpassingen in de ICT geregeld te hebben? En zullen in de loop van dit jaar alle politiemensen daadwerkelijk geïnstrueerd zijn voor een goede registratie? Volgens mij ligt er wat dat betreft een taak voor de Tweede Kamer om op geregelde momenten na te gaan of datgene wat in de brief van Opstelten staat, daadwerkelijk wordt gerealiseerd.”
Betere hulpverlening
Volgens Jammers moet de verbetering van de ongevallenregistratie worden gezien als een stap in de richting van een betere positie van verkeersslachtoffers en ook van nabestaanden. Hij zegt: “Slachtofferhulp Nederland vindt dat verkeersslachtoffers meer aandacht verdienen dan ze in de afgelopen jaren hebben gekregen. Met name is er naar ons idee bij verkeersongevallen met dodelijke afloop te weinig hulp voor de nabestaanden beschikbaar. Zij worden met veel problemen geconfronteerd waar ze maar moeilijk oplossingen voor kunnen vinden. Het begint ermee dat de politie op de plek waar het ongeluk heeft plaatsgevonden, de omstandigheden goed onderzoekt en vervolgens een kwalitatief goed proces-verbaal opstelt. Ook is het zaak dat slachtoffers en nabestaanden snel in contact met Slachtofferhulp Nederland worden gebracht, zodat wij de mensen op een goede manier te hulp kunnen komen. Samen met andere organisaties die op het terrein van verkeersongevallen actief zijn, willen we gaan onderzoeken welke verbeteringen verder gewenst en mogelijk zijn. Ik hoop dat we zo een agenda kunnen opstellen voor de verbetering van de hulpverlening na verkeersongevallen.”