Normering is de normaalste zaak van de wereld
Normering is de normaalste zaak van de wereld … – … dus waarom geen PIV-normering BGK (voor LSA-advocaten)? – Een pleidooi … Mr. A.R.M. Berntsen & Mevrouw mr. K. Nijman – Berntsen Mulder Advocaten Het bestuur van de LSA is van mening dat advocaten die gebruik maken van de PIV-Overeenkomst buitengerechtelijke kosten (BGK) geen […]
Normering is de normaalste zaak van de wereld … – … dus waarom geen PIV-normering BGK (voor LSA-advocaten)? – Een pleidooi …
Mr. A.R.M. Berntsen & Mevrouw mr. K. Nijman – Berntsen Mulder Advocaten
Het bestuur van de LSA is van mening dat advocaten die gebruik maken van de PIV-Overeenkomst buitengerechtelijke kosten (BGK) geen lid zouden kunnen zijn van de LSA. Het werd in de nieuwsbrief van juli nog maar eens fijntjes vermeld. Wij zijn juist van mening dat een PIV-Overeenkomst BGK duidelijk en transparant is, precies zoals de LSA wil.
Volgens het bestuur voldoet de combinatie niet aan onderdeel 18 van de LSA Kwaliteitsverklaring. Dit onderdeel verbiedt een advocaat met zijn cliënt een resultaatgerichte beloning overeen te komen. Daarbij wordt dan wel weer één uitzondering gemaakt: de RUB-regeling (verordening op de praktijkuitoefening advocatuur, onderdeel Resultaatgerichte Beloning).
Echter, deze uitzondering wordt in de LSA Kwaliteits-verklaring voor de PIV-Overeenkomst BGK niet gemaakt. Het bestuur van de LSA vindt dat de PIV-Overeenkomst BGK resultaatgericht is, en dus verboden. Maar daarin zit hem de kneep: het is geen resultaatgerichte beloning, maar een staffel, gebaseerd op statistiek. Harde cijfers dus. Dat is duidelijk én transparant.
Hoe is de PIV-Overeenkomst BGK ontstaan?
Even terug in de geschiedenis. In 1998 en 1999 heeft Moret Ernst & Young Actuarissen onderzoek gedaan naar de buitengerechtelijke kosten in letselschadezaken. Bijna duizend dossiers werden betrokken in dit onderzoek. Het betrof een regressieanalyse met betrekking tot personenschades in de periode 1990 tot en met 1997. De uitkomst was dat er een direct verband bestaat tussen de hoogte van de persoonlijke schade van het slachtoffer en de hoogte van de buitengerechtelijke kosten. De resultaten van het onderzoek resulteerden in een formule. De huidige formule is (incl. btw) als volgt:
Kosten = 46,9 + 31,10 *