Rechtbank: Eindvonnis na 8 tussenvonnissen, Euro Insurances aansprakelijk
De rechtbank heeft in deze zaak eindvonnis gewezen na 8 eerdere tussenvonnissen. De rechtbank verklaart voor recht dat gedaagde aansprakelijk is voor de schade die eiser heeft geleden als gevolg van het hem op 6 maart 2008 overkomen verkeersongeval en veroordeelt gedaagde om aan eiser een bedrag van € 52.831,70 te betalen. De schadeposten huishoudelijke hulp en zelfwerkzaamheid zijn door de rechtbank schattenderwijs begroot.
ECLI:NL:RBNHO:2022:6542
Instantie Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak 03-08-2022 Datum publicatie 17-12-2023 |
|
Zaaknummer | C/14/156079 / HA ZA 14-264 |
Rechtsgebieden | Civiel recht |
Bijzondere kenmerken
Inhoudsindicatie |
Eerste aanleg – enkelvoudig
Eindvonnis na 8 eerdere tussenvonnissen. Rechtbank begroot schadeposten huishoudelijke hulp en zelfwerkzaamheid schattenderwijs. |
Vindplaatsen | Rechtspraak.nl |
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/14/156079 / HA ZA 14-264
Vonnis van 3 augustus 2022
in de zaak van
[eiser] , [woonplaats], eiser,
advocaat mr. J.M. Comans-Diesfeldt te Alkmaar,
tegen
de rechtspersoon naar Iers recht EURO INSURANCES LTD, gevestigd te Dublin, Ierland, gedaagde, advocaat mr. R. Gruben te Voorburg.
Partijen zullen hierna [eiser] en Euro Insurances genoemd worden.
1 De procedure
1.1. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis van 9 maart 2022;
- de akte uitlatingen, tevens akte vermeerdering van eis van de zijde van [eiser];- de antwoordakte, met producties 87 t/m 89 van de zijde van Euro Insurances.
1.2. Daarna hebben partijen vonnis gevraagd.
2 De verdere beoordeling
2.1. In het laatste tussenvonnis van 9 maart 2022 heeft de rechtbank [eiser] verzocht een nieuwe berekening aan te leveren van de posten Huishoudelijke hulp, verschenen en toekomstig, uitgaande van de in dat vonnis vastgestelde uitgangspunten.
2.2. Voor zover dit zou leiden tot aanpassing van de post Verschenen kosten ter vaststelling van de schade kon [eiser] deze aanpassing desgewenst meenemen.
2.3. Voorts achtte de rechtbank het aangewezen dat partijen zich zouden uitlaten over de post Zelfwerkzaamheid, verschenen en toekomstig, in het licht van de door de rechtbank overgenomen bevindingen in de hiervoor relevante deskundigenberichten.
2.4. [eiser] heeft zijn vordering vermeerderd met de verhoging, c.q. aanpassing van de jaarbedragen als opgenomen in de Richtlijnen van De Letselschade Raad, zonder een bedrag te noemen. Hij heeft ook niet de moeite genomen om die richtlijnen toe te voegen. Onduidelijk is daarom welke verhoging wordt bedoeld en ook heeft [eiser] niet aangeduid volgens welke categorie de rechtbank zou moeten berekenen. De rechtbank gaat daarom verder aan deze vermeerdering van eis voorbij.
Huishoudelijke hulp, verschenen tot 1 mei 2022
2.5. In het vorige vonnis heeft de rechtbank beslist dat voor deze post 2,4 uur per week kon worden berekend, tegen een uurtarief van 15,-. Partijen verschillen op dit onderdeel alleen in het aantal weken per jaar, waarover deze post kan worden berekend. De rechtbank is van oordeel dat uitgangspunt 48 weken per jaar moet zijn, rekening houdend met een vakantieperiode van vier weken. Voor de periode van 14 jaar en twee maanden betekent dat een totaalbedrag van 24.453,-.
Huishoudelijke hulp, toekomstig
2.6.
Ook op dit onderdeel zal de rechtbank uitgaan van 48 weken per jaar. Als eindleeftijd zal de gebruikelijke 70 jaar worden gehanteerd. Als rekenrente over de eerste vijf jaar hanteren beide partijen 0%, zodat de rechtbank daar ook van zal uitgaan. [eiser] vordert zonder onderbouwing dat ook over alle latere jaren een rekenrente van 0% moet worden gehanteerd. Euro Insurance gaat uit van een iets oplopende rekenrente in de periodes van 5 tot 20 jaar en vanaf 20 jaar. Die berekening (met onderbouwing) komt het dichtst bij de aanbevelingen van de rechtspraak en zal daarom door de rechtbank worden overgenomen. Het totaalbedrag komt uit op 45.593,-.
Zelfwerkzaamheid, verschenen tot 1 mei 2022
2.7. [eiser] stelt dat 100% voor het onderdeel zelfwerkzaamheid zou moeten worden vergoed, Euro Insurances stelt dat dit 25% moet zijn. Gelet op de inhoud van de deskundigenrapporten zal de rechtbank uitgaan van beperkingen op dit onderdeel van 50%. De rechtbank zal verder uitgaan van het normbedrag, zoals door de Letselschade raad wordt gehanteerd voor een eigen woning met tuin, weinig onderhoud.
Als verschenen schade wordt schattenderwijs een bedrag van 4.000,- vastgesteld.
Zelfwerkzaamheid, verschenen toekomstig
2.8. Volgens de aanbevelingen van de Letselschade raad wordt ook op dit onderdeel tot een eindleeftijd van 70 jaar gerekend. Voor de rekenrente verwijst de rechtbank naar wat hiervoor onder 2.6 is overwogen.
Ook hier zal de rechtbank gebruikmaken van haar schattingsbevoegdheid, omdat niet het standpunt van één van partijen wordt gevolgd. Als toekomstige schade voor zelfwerkzaamheid zal een bedrag van 10.000,- worden toegewezen.
Conclusie
2.9. Met inachtneming van alles wat in dit vonnis en de vorige acht vonnissen en de deskundigenrapporten is overwogen, komt de rechtbank uiteindelijk tot de volgende onderdelen die voor vergoeding door Euro Insurances in aanmerking komen.
Die bedragen zullen worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding, zoals gevorderd:
- Reiskosten680,- Ziektekosten 1.390,-
- Diversen en voorzieningen 1.361,- Buitengerechtelijke kosten 6.034,70
- Immateriële schade 10.000,-
- Kosten huishoudelijke hulp, verschenen 24.453,-
- Kosten huishoudelijke hulp, toekomstig 45.593,-
- Zelfwerkzaamheid, verschenen 4.000,- Zelfwerkzaamheid, toekomstig 000,-
102.831,70
Bij wijze van voorschot al voldaan 50.000,-
Resteert52.831,70
Proceskosten
2.10. Partijen zijn over en weer in het ongelijk gesteld, gelet op de ingestelde vorderingen en de gevoerde verweren. Daarin ziet de rechtbank aanleiding om de proceskosten te compenseren, zodat ieder de eigen proceskosten draagt.
De kosten van de ingewonnen deskundigenberichten blijven voor rekening van Euro Insurances, die de desbetreffende voorschotten ook heeft betaald.
De rechtbank
- verklaart voor recht dat Euro Insurances aansprakelijk is voor de schade die [eiser] heeft geleden als gevolg van het hem op 6 maart 2008 overkomen verkeersongeval,
- veroordeelt Euro Insurances om aan [eiser] te betalen een bedrag van , vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 juli 2014,
- verklaart onderdeel 3.2 van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad, 3.4. compenseert de proceskosten, zodat ieder de eigen kosten draagt,
3.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Saarloos en in het openbaar uitgesproken op 3 augustus 2022.