Op avond van WK-voetbalfinale in 2010 krijgt benadeelde voor café duw van verweerder, valt met hoofd op de stoeprand en loopt ernstig hersenletsel op. Hij stelt dat verweerder een harde vuistslag heeft gegeven. Verweerder stelt dat hij in een (impulsieve) schrikreactie op de klap van benadeelde een duw gegeven. De… Lees verder →
Bekijk Actualiteiten en Archief.
Benadeelde vordert aanvullende BGK. 1. De kantonrechter kwalificeert de zaak als niet omvangrijk en niet complex. Verzekeraar heeft terecht opgemerkt dat 93% van de handelingen bestaan uit correspondentie- en telefoonverrichtingen. Een afdoende verklaring hiervoor heeft belangenbehartiger niet gegeven. ‘Hoewel het gemachtigden ter vrije bepaling staat hoe te handelen in een… Lees verder →
Omvang BGK. Belangenbehartiger vordert – na cessie - aanvullende betaling van € 2.500,- aan BGK. Verzekeraar verwijst onder meer naar de PIV-staffel. De kantonrechter oordeelt dat, hoewel tussen partijen vast staat zij niet gebonden zijn aan de PIV-staffel, de staffel niettemin een element kan zijn dat wordt betrokken bij de… Lees verder →
Per 1 januari 2019 is het opslagpercentage voor rechtsbijstandsverzekeraars in het BGK -L convenant gewijzigd van 4 naar 3 procent. De rekenmodule op het PIV-Kennisnet is aangepast aan deze wijziging. Op het PIV-Kennisnet en op www.verzekeraars.nl staat ook de tabel met alle staffelbedragen die vanaf 1 januari 2019 gelden voor… Lees verder →
Benadeelde komt ten val over ongelijke boomrooster op “druppel” (korte smalle strook die haaks op het trottoir is aangelegd) op een parkeerstrook. 1. De rechtbank acht de gemeente aansprakelijk ex art 6:174 BW. Voor de doorsnee burger zal niet bekend zijn dat een dergelijk rooster niet moet worden betreden. Door… Lees verder →
Schoonmaakster mist tijdens werkzaamheden een afstapje, waardoor zij ten val komt. Zij stelt haar werkgever aansprakelijk ex art 7:658 BW. 1. De kantonrechter overweegt dat van een werknemer mag worden verlangd enige oplettendheid te betrachten tijdens de uitvoering van diens werkzaamheden. Een moment van onoplettendheid kan niet zonder meer kan… Lees verder →
Deelgeschil over BGK (gevorderde BGK € 8.276,24 t.o.v. persoonlijke schade van € 3.752,-). 1. De kantonrechter kwalificeert de zaak niet als omvangrijk of complex. Letsel was eenvoudig vast te stellen en niet valt in te zien welke werkzaamheden er allemaal gemoeid zijn met het afwachten of een letsel al dan… Lees verder →
Geschil over BGK. 1. De kantonrechter neemt tot uitgangspunt dat ook in relatief eenvoudige zaken de belangen van de benadeelde goed behartigd moeten worden. “Dit mag echter geen excuus vormen voor de belangenbehartiger om de professionele wederpartij op kosten te jagen door onnodig veel correspondentie te voeren. (…) Het is… Lees verder →
Benadeelde bezoekt Playmobil tentoonstelling in museum en stoot hoofd tegen tong van draak die zich op 1.60 meter hoogte bevindt. Zij loopt een hersenschudding op en is daarna blijvend a.o.. 1. De rechtbank acht het museum niet aansprakelijk. Daartoe is van belang dat het een museale setting betreft waar een… Lees verder →
Belangenbehartiger vordert het niet door de verzekeraar deel van zijn declaratie van voormalige cliënten. Na een eerste huisbezoek zijn cliënten overgestapt naar andere belangenbehartiger. De kantonrechter wijst de vordering af. Gezien het onderbouwde verweer dat het totaal van de declaraties niet redelijk, maar buitensporig was, had het op de weg… Lees verder →
Belangenbehartiger behandelt letselschadezaak op basis van no cure no pay (15%). Benadeelde beëindigt tussentijds de opdracht, omdat hij ontevreden is over aanbod verzekeraar. Belangenbehartiger vordert zijn honorarium. De rechtbank heeft € 45.000,- toegewezen, aangezien als gevolg van de inspanningen van belangenbehartiger het voorstel van verzekeraar was verhoogd van € 500.000,-… Lees verder →
Benadeelde vraagt een verklaring voor recht dat hij op geen enkel moment in strijd heeft gehandeld met schadebeperkingsplicht (art 6:101 BW), zodat er daardoor voor de verzekeraar geen grond bestaat om de onderhandelingen te staken. Door de verzekeraar waren de onderhandelingen gestaakt, omdat benadeelde het coachingstraject had stopgezet en zich… Lees verder →
Eindvonnis na deskundigenbericht door verzekeringsgeneeskundige; ongeval 1998, beenletsel. 1. Verzekeringsgeneeskundige heeft geconcludeerd dat benadeelde alhoewel zij door het haar overkomen ongeval enige lichte beperkingen ondervindt, zij in staat wordt gemiddeld 8 uren per dag en/of 40 uur per week te werken. De rechtbank oordeelt dat er vanaf 2007 geen sprake… Lees verder →
RSI, diverse schadeposten. 1. Eindleeftijd verlies van arbeidsvermogen tot 67 jaar; 2. Rekenrente 1% voor korte termijn (eerste drie jaar; daarna overeenstemming partijen over 3%); 3. Huishoudelijke hulp en zelfwerkzaamheid: benadeelde heeft geen derden betaald en vordert abstracte vergoeding van de schade. Het hof oordeelt dat uit de rechtspraak volgt… Lees verder →
De Hoge Raad oordeelt in een zaak waarin wanprestatie is gepleegd (geen letselschadezaak): . “Volgens vaste rechtspraak is voor vergoeding van kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid als bedoeld in art. 6:96 lid 2, aanhef en onder b, BW, vereist dat: (a) condicio sine qua non-verband bestaat tussen de… Lees verder →
Berntsen Mulder Advocaten (BMA) heeft werkgever bijgestaan bij verhaal van loonschade ex art. 6:107a BW. Door verzekeraar is direct aansprakelijkheid erkend; over de hoogte van de loonschade (totaal € 24.645,46) heeft bescheiden discussie plaats gevonden. BMA vordert € 3417,30 aan BGK; verzekeraar heeft € 1021,46 betaald. 1. De kantonrechter oordeelt… Lees verder →
Benadeelde loopt bij ongeval in 1999 enkel- en kuitbeenbreuk op met blijvende beperkingen, waardoor zij arbeidsongeschikt is geraakt. Diverse schadeposten: 1. Zelfwerkzaamheid conform De Letselschade Richtlijn. 2. Kosten aanschaf aangepaste bestelbus minus inruilwaarde huidige bus a € 40.000 toegewezen. 3. Noodzaak verhuizing onvoldoende aannemelijk. 4 Smartengeld: € 15.000 passend (gevorderd:… Lees verder →

De staffel (tabel) die onderdeel uitmaakt van de PIV-overeenkomst Buitengerechtelijke Kosten wordt per 1 januari 2015 geïndexeerd. De staffel wordt per 1 januari van ieder jaar wordt de staffel aangepast aan de hand van de CBS loonindex- en prijsindexcijfers. De rekenmodule op het PIV-Kennisnet is aangepast aan de nieuwe, geïndexeerde… Lees verder →
No cure no pay en de dubbele redelijkheidstoets – HR 26 september 20141 – Uurtje-factuurtje heeft zijn voordelen …. Mevrouw mr. L. Veendrick – Kennedy Van der Laan Advocaten Op 26 september 2014 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in de procedure van X tegen Stichting Scheper Ziekenhuis. In… Lees verder →
Normering is de normaalste zaak van de wereld … – … dus waarom geen PIV-normering BGK (voor LSA-advocaten)? – Een pleidooi … Mr. A.R.M. Berntsen & Mevrouw mr. K. Nijman – Berntsen Mulder Advocaten Het bestuur van de LSA is van mening dat advocaten die gebruik maken van de… Lees verder →
Schadebedrag vastgesteld op € 15.000: gevorderde BGK: € 6763,83, door verzekeraar € 5022,20 vergoed. Niet betwist is dat zonder discussie aansprakelijkheid is erkend, dat over de medische gevolgen geen verschil van mening is ontstaan en de letselschade zonder veel discussie tussen partijen is vastgesteld. 1. De kantonrechter ziet, hoewel de… Lees verder →
Werkgeversaansprakelijkheid, benadeelde gaat na re-integratie weer aan het werk; totale schade € 60.000. Gevorderde BGK: € 29.969,42. De geschillencommissie oordeelt dat gehanteerde uurtarief van € 272,50 (+ kantoorkosten + BTW) niet redelijk is, nu de zaak niet kan worden aangeduid als een van een gemiddelde letselschadezaak afwijkende moeilijkheidsgraad. Kantoorkosten 7,9… Lees verder →

Bij letselschade en ernstige gewelds- en zedendelicten verwijzen de medewerkers slachtoffers door naar gespecialiseerde rechtshulpverlening. Om deze doorverwijzing eenduidig, effectief, snel en neutraal te laten verlopen, werkt Slachtofferhulp Nederland aan een verbreed verwijsbeleid. Bij letselschade wordt niet alleen meer naar kantoren met het Keurmerk Letselschade verwezen, maar ook naar advocaten… Lees verder →
De Hoge Raad oordeelt dat het cassatiemiddel tegen het oordeel van het hof, dat art. 6:96 BW geen grondslag biedt voor een kostenberekening op basis van een no cure no pay-overeenkomst en dat het aantal door de belangenbehartiger gewerkte uren en het uurtarief tot uitgangspunt moeten worden genomen, slaagt. Het… Lees verder →