Bronnen

Vacatures

Jurisprudentie
Conclusie AG Hartlief: werkgever aansprakelijk na val van trap?
  • Parket bij de Hoge Raad
  • ECLI:NL:PHR:2023:454

De werknemer valt tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden van de trap. Hij stelt zowel zijn formele als materiële werkgever op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk. De kantonrechter komt tot het oordeel dat de werkgevers niet aansprakelijk zijn. In hoger beroep heeft het hof het vonnis van de kantonrechter… Lees verder →

Jurisprudentie
Conclusie AG Hartlief: werknemer valt van klimmiddel tijdens spuitwerkzaamheden. Toedracht van het ongeval hoeft niet vast te staan en geen huis-, tuin- en keuken-ongeval
  • Parket bij de Hoge Raad
  • ECLI:NL:PHR:2023:348

Werknemer is tijdens de uitoefening van spuitwerkzaamheden bij de inlener van een klimmiddel gevallen. Werknemer stelt zowel zijn formele werkgever als de inlener (werkgevers) aansprakelijk voor de als gevolg van het arbeidsongeval geleden schade. De kantonrechter komt tot het oordeel dat de werkgevers niet aansprakelijk zijn, nu zij aan hun… Lees verder →

Jurisprudentie
Conclusie AG: beoordeling conditio sine qua non-verband bij whiplash
  • Parket bij de Hoge Raad
  • ECLI:NL:PHR:2023:308

Op 19 mei 2012 is de eiser, terwijl hij op zijn motor stilstond voor een stoplicht, van achteren aangereden door een bij Vivium verzekerde automobilist. Voor het ongeval had de eiser al last van een hernia en was daardoor gedeeltelijk arbeidsongeschikt. Na het ongeval is de eiser voor zijn werk… Lees verder →

Jurisprudentie
HR: letselschade ten gevolge van val door enkel glas van voordeur woning, toepassing kelderluikcriteria, is de verhuurder van de woning op grond van art. 6:174 BW en art. 6:162 BW aansprakelijk?
  • Rechtspraak.nl
  • ECLI:NL:PHR:2023:283

De kwestie gaat over de vraag of de woningstichting op grond van art. 6:174 BW en art. 6:162 BW aansprakelijk is voor de schade van de huurder, eiser. Eiser is gevallen door het enkelglas van de voordeur van de woning die door de woningstichting aan eiser en zijn vriendin werd… Lees verder →

Jurisprudentie
HR: Letselschade, aansprakelijkheid voor schade met whiplashklachten tot gevolg, de HR verwerpt het principale beroep en veroordeelt eiseres in de kosten van het geding in cassatie
  • ECLI:NL:HR:2022:1944

Het tussentijdse cassatieberoep heeft betrekking op een verkeersongeval waarbij eiseres destijds als startend advocate betrokken was. Aan het ongeval heeft eiseres whiplashklachten overgehouden waardoor haar verdienvermogen is verminderd. In cassatie draait het om de oordelen van het hof dat 1. het ongeval niet tot gevolg heeft gehad dat eiseres niet… Lees verder →

Jurisprudentie
Beknopte samenvatting van de omvangrijke conclusie A-G Hartlief van 30 september 2022 (ECLI:NL:PHR:2022:883) naar aanleiding van het arrest van het hof Amsterdam van 20 juli 2021 (ECLI:NL:GHAMS:2021:2277), mr. Henriek Kragt (Dirkzwager).
  • Rechtspraak.nl
  • ECLI:NL:PHR:2022:883

1. Onderscheid condicio-sine-qua-non-verband en de redelijke toerekening. 2. Predispositie mag in het kader van de redelijke toerekening in beginsel geen nadelige rol spelen, maar is wel relevant bij het bepalen van wat er zonder ongeval zou zijn gebeurd. 3. Bewijs subjectieve klachten. In Zwolsche Algemeene/De Greef, NJ 2001/433, geeft de… Lees verder →

Jurisprudentie
HR: producent antidepressivum aangesproken door voormalig gebruiker, causaal verband tussen schade en vermeende waarschuwingsplicht?
  • Rechtspraak.nl
  • ECLI:NL:PHR:2022:605

Een producent van een antidepressivum wordt aangesproken door een voormalige gebruiker. Eiser heeft een verklaring voor recht gevorderd dat de producent jegens hem aansprakelijk is, alsmede schadevergoeding op te maken bij staat. De rechtbank heeft geoordeeld dat de producent onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de gebruikers die zonder waarschuwing aan de… Lees verder →

Jurisprudentie
HR: doodslag door moeder die haar 8-jarige dochter van een flatgebouw heeft laten vallen, shockschade vader, art. 6:106 lid 1 BW
  • Rechtspraak.nl
  • ECLI:NL:HR:2022:958

Doodslag door moeder die haar 8 jarige dochter van een flatgebouw heeft laten vallen, Shockschade vader, art. 6:106 lid 1 BW Ten aanzien van de moeder is bewezen verklaard dat zij haar kind opzettelijk van het kleven heeft beroofd. De verdachte heeft met opzet het slachtoffer van grote hoogte van… Lees verder →

Jurisprudentie
HR: ook interne kosten komen voor vergoeding in aanmerking o.g.v. art. 6:96 lid 2 BW
  • ECLI:NL:HR:2022:874

Beroepsaansprakelijkheid. Gemeente heeft de notarissen aansprakelijk gesteld voor de schade als gevolg van beroepsfout. De gemeente vordert onder meer interne kosten. De Hoge Raad oordeelt: “Als vermogensschade komen mede voor vergoeding in aanmerking redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade, redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid, en… Lees verder →

Jurisprudentie
HR: directe actie art. 7:954 BW van toepassing nu rechtstreeks vorderingsrecht WAM is verjaard, wettelijke rente
  • ECLI:NL:HR:2022:616

Benadeelde (verweerder) heft WAM-verzekeraar en erfgenamen van schadeveroorzaker aansprakelijk voor schade door verkeersongeval uit 2000. Het rechtstreeks vorderingsrecht van art 6 WAM op verzekeraar is verjaard nadat verzekeraar onderhandelingen heeft afgebroken. 1. Directe actie. De Hoge Raad oordeelt dat nu het eigen recht op schadevergoeding van benadeelde uit hoofde van… Lees verder →

Jurisprudentie
HR (straf): vorderingen wegens shockschade vormen onevenredige belasting van het strafgeding, ouders vermoord meisje niet ontvankelijk
  • ECLI:NL:HR:2022:560

De ouders van een vermoord meisje hebben vordering wegens shockschade ingediend in de strafzaak tegen de dader. De Hoge Raad oordeelt dat de beslissing van het hof dat de ouders niet ontvankelijk zijn in hun vordering niet onbegrijpelijk is. Het hof oordeelde dat de vorderingen ter zake van shockschade een… Lees verder →

Jurisprudentie
Advies A.-G. Niessen aan Hoge Raad over gevolgen van het recente box 3-arrest van Hoge Raad voor nog lopende zaken
  • ECLI:NL:PHR:2022:180

Advocaat-generaal (AG) Niessen adviseert in zijn conclusie de Hoge Raad over de toepassing van het recente box-3 arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021 voor nog lopende zaken over box 3. Dan gaat het onder meer over zaken die (mede) betrekking hebben op de jaren vóór 2017, over… Lees verder →

Advies A.-G. Lindendenbergh (civiel) en Spronken (straf) in moordzaak: aanbevelingen over toekenning shockschade en vaststellen smartengeld
  • ECLI:NL:PHR:2022:166

De veroordeling van een man wegens stalking en de moord op zijn ex-vriendin in 2018 kan in stand blijven. Dit ligt anders voor de beslissing van het hof over de psychische schade van de ouders van het slachtoffer. Deze beslissing moet worden vernietigd zodat daarover opnieuw kan worden beslist. Dat… Lees verder →

Jurisprudentie
HR: te hoge eisen aan bewijs verlies van arbeidsvermogen, hof had schade moeten begroten rekening houdend met goede en kwade kansen (art 6:97 BW), huishoudelijke hulp door familie en kennissen  
  • ECLI:NL:HR:2022:272

Caribische zaak. Schadestaatprocedure na mishandeling (oogletsel). 1. Verlies van arbeidsvermogen. De Hoge Raad: “Het hof heeft de vordering ter zake van gederfde inkomsten afgewezen omdat verzoekster naar zijn oordeel enerzijds niet voldoende aannemelijk heeft weten te maken welk inkomen zij zonder het oogletsel met haar bedrijf zou hebben kunnen genereren… Lees verder →

Jurisprudentie
HR: mogelijke aansprakelijkheid politie voor letsel benadeelde in cel, afwijzing hof van verzoek om camerabeelden te tonen onbegrijpelijk
  • ECLI:NL:HR:2022:274

Benadeelde heeft letsel opgelopen in politiecel door zelfdestructief gedrag. Hij heeft de politie aansprakelijk gesteld, omdat niet adequaat zou zijn gehandeld en niet tijdig is ingegrepen, gelet op de toestand waarin hij verkeerde. Door het hof is het verzoek van eisers om camerabeelden ter zitting te bekijken gepasseerd. Eisers hebben… Lees verder →

Jurisprudentie
HR (belasting): vermogensrendementsheffing box 3 in strijd met het eigendomsrecht en discriminatieverbod
  • ECLI:NL:HR:2021:1963

De in het jaar 2017 ingegane wettelijke regeling van het belasten van spaargeld en overig vermogen in box 3 van de inkomstenbelasting is in strijd met het ongestoord genot van eigendom en het discriminatieverbod in het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). De wettelijke regeling… Lees verder →

Jurisprudentie
HR: oordeel hof dat vrijwilligersorganisatie aansprakelijk is voor val vrijwilliger uit kerstboom blijft in stand (art. 81)
  • ECLI:NL:HR:2021:1953

De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep tegen het oordeel van het hof dat vrijwilligersorganisatie aansprakelijk is voor val van een vrijwilliger uit een 6 meter hoge kerstboom. De vrijwilliger klom in de kerstboom om trektouw aan te brengen, viel daarbij uit de boom en liep dwarslaesie op. Het hof achtte… Lees verder →

Jurisprudentie
HR: wegbeheerder niet aansprakelijk voor val bromfietser over boomwortels (art 81 RO)
  • ECLI:NL:HR:2021:1809

De Hoge Raad bekrachtigt het arrest van  het hof, waarin het hof de wegbeheerder niet aansprakelijk achtte o.g.v. art 6:174 BW. Eiser tot cassatie was met zijn bromfiets tegen boom langs fietspad gereden. Volgens eiser doordat hij door oneffenheden door boomwortelopgroei in het wegdek van het fietspad in disbalans is… Lees verder →

Jurisprudentie
HR: Ministerie van Defensie aansprakelijk voor schade door blootstelling aan Chroom 6 (art 81 RO)
  • ECLI:NL:HR:2021:1806

De Hoge Raad bekrachtigt het arrest waarin het hof de staat aansprakelijk werd geacht o.g.v. art 7:658 BW voor schade door blootstelling aan Chroom 6. Het hof oordeelde dat de werknemers o.g.v.  het RIVM-rapport voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat aan het vereiste van causaal verband voor de vestiging van aansprakelijkheid… Lees verder →

Jurisprudentie
HR (straf): geen affectieschade bij ernstig en blijvend letsel nu b.i. of invloed op leven niet zijn vastgesteld  
  • ECLI:NL:HR:2021:1750

Poging tot doodslag (art. 287 Sr); slachtoffer is met golfclub op het hoofd gelagen en heeft daardoor hersenletsel opgelopen. Levensgezel vordert affectieschade. Het hof heeft o.g.v .rapport van psychiater vastgesteld dat het letsel zo ernstig is dat sprake is van een grote kentering of ingrijpende wijziging in zijn leven. De… Lees verder →

Jurisprudentie
HR: aansprakelijkheid gemeente ex art 6:162 BW voor letsel door afgebroken boomtak blijft in stand (art 81 RO)
  • ECLI:NL:HR:2021:1722

De Hoge Raad verwerpt zonder nadere motivering het door de gemeente ingestelde cassatieberoep (art 81 RO) en volgt daarmee de conclusie van P.-G. Hartlief. Benadeelde had zwaar letsel opgelopen, toen boomtak op windstille dag afbrak en had de gemeente aansprakelijk gesteld. Het hof oordeelde dat bij de beantwoording van de… Lees verder →

Jurisprudentie
HR (straf): inrijden op politieagenten is aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ (art. 6:106 sub b BW): smartengeld € 600,-
  • ECLI:NL:HR:2021:1243

Bedreiging van twee politieagenten door op snelweg in zijn auto met hoge snelheid politieauto van weg te drukken (art. 285.1 Sr). Vorderingen benadeelde partijen ter zake van immateriële schade. Door het hof was € 600,- smartengeld toegekend. De Hoge Raad oordeelt dat sprake is van aantasting in persoon ‘op andere… Lees verder →

Jurisprudentie
HR: oordeel hof dat verzekeringsplicht werkgever o.g.v. art. 7:611 BW niet geldt jegens zzp’er blijft in stand, cassatieberoep verworpen (art 81 RO)
  • ECLI:NL:HR:2021:1267

De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep tegen het oordeel van het hof dat een verzekeringsplicht vergelijkbaar met die van de werkgever o.g.v. art. 7:611 BW niet geldt jegens zzp’ers. De Hoge Raad geeft geen nadere motivering (art 81 RO). P.-G. Hartlief concludeerde reeds tot verwerping van het cassatieberoep. Hartlief concludeerde dat… Lees verder →

Jurisprudentie
HR: productaansprakelijkheid voor MoM-heupprothese, die bestaat uit vier onderdelen; vervaltermijn van art. 6:191 BW vangt aan per onderdeel
  • ECLI:NL:HR:2021:1172

Productaansprakelijkheid voor heupprothese (MoM-prothese). 10-jarige vervaltermijn van art. 6:191 lid 2 BW. De Hoge Raad oordeelt dat het hof blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de heupprothese een (eind)product is in de zin van art. 6:187 BW, en dat de vervaltermijn van dat eindproduct pas aanvangt… Lees verder →

Heeft u een account? Vergeet dan niet om in te loggen Inloggen

Website by Webroots

Website by Webroots

hey